Narrow your search

Library

KU Leuven (9)

Arteveldehogeschool (1)

KBR (1)

LUCA School of Arts (1)

Odisee (1)

Thomas More Kempen (1)

UCLL (1)

VIVES (1)


Resource type

dissertation (9)

book (1)


Language

Dutch (10)


Year
From To Submit

2023 (1)

2022 (1)

2021 (1)

2020 (4)

2019 (1)

More...
Listing 1 - 10 of 10
Sort by

Book
Leerkracht zijn : glossarium
Authors: --- --- ---
ISBN: 9789033491399 Year: 2012 Publisher: Leuven Acco

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Dit boek presenteert de leerkracht als iemand die houdt van zijn of haar vak, in de brede betekenis. Het is precies in die liefdevolle verhouding tot het vak en de leerlingen dat zich het pedagogisch handelen van de leerkracht toont. De liefde voor het vak biedt de leerkracht een gelegenheid om interesse te wekken voor iets wat buiten de leefwereld van de leerlingen ligt. Het boek is opgevat als een lijst van woorden en beelden, een glossarium. Elk woord of beeld drukt een ervaring van het leerkracht-zijn uit. Het gaat telkens over unieke ervaringen die een liefdevolle verhouding tot het vak, de leerling en zichzelf meedelen.


Dissertation
Spreken de feiten voor zichzelf? : een verkenning van Actor-Netwerk Theorie, met toepassing op evidence-based policy.
Authors: --- ---
Year: 2009 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Departement Pedagogische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Jeugdbewegingen en duurzaamheid: Een eigen gezicht
Authors: --- --- ---
Year: 2020 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Samenvatting Duurzaamheid is een actueel thema en de transitie naar een duurzame wereld is dringender dan ooit. Voor de nodige maatschappelijke verandering zijn leren en de jeugd cruciaal. Aan verandering gaat steeds leren vooraf en de jeugd heeft doorheen de geschiedenis al bewezen dat ze voortrekkers zijn op het vlak van sociale en maatschappelijke verandering. Daarnaast moeten alle sferen van de samenleving hun steen bijdragen voor die verandering. Jeugdbewegingen hebben als middenveldorganisatie een unieke positie in de Vlaamse samenleving en de leefwereld van jongeren. Bij de klimaatmarsen eind 2018 en 2019 waren jeugdbewegingen ook talrijk aanwezig. Het is echter niet duidelijk wat de link is tussen jeugdbewegingen en duurzaamheid. Dat wil deze masterproef onderzoeken. De link tussen jeugdbewegingen en duurzaamheid werd vertaald in drie onderzoeksvragen. De eerste twee focusten op duurzaamheid in zijn geheel: Hoe jeugdbewegingen omgaan met duurzaamheid en welke rol ze hebben in de transitie naar duurzaamheid. De derde focuste op Educatie voor Duurzaamheid (ED) binnen jeugdbewegingen. Deze brede exploratieve vraagstelling werd onderzocht aan de hand van een driedelig onderzoek. Ten eerste werden beleidsnota’s en documenten over duurzaamheid van jeugdbewegingen geanalyseerd. Ten tweede werden interviews afgenomen met personen die in de nationale organisaties van de jeugdbewegingen werkten rond duurzaamheid. Ten derde werden twee casestudies gedaan bij lokale jeugdbewegingsgroepen die inzetten op duurzaamheid. Daarvoor werd bij elke groep een focusgroep afgenomen met een deel van de leiding. In de analyses wordt duidelijk dat jeugdbewegingen sinds twee jaar een verhoogde aandacht hebben voor duurzaamheid en het een belangrijk thema vinden. Ze werken er op verschillende manieren rond en kunnen een belangrijke rol spelen in de transitie naar duurzaamheid. Verschillende jeugdbewegingen gaven aan dat ze nog zoekende zijn en ze worden met verschillende uitdagingen geconfronteerd. De manier waarop jongeren leren in de jeugdbeweging kan bijdragen aan ED. De focust ligt vooral op vaardigheden, waarden en bewustzijn. Kennis komt minder aan bod. ED heeft dus potentieel binnen de jeugdbeweging al is de mate waarin jongeren zullen leren voor duurzaamheid sterk afhankelijk van de leiding. De bevindingen van deze masterproef belichten de relatie tussen jeugdbewegingen en duurzaamheid en ED. Ze dragen ook bij tot de theorievorming over ED vanuit de meerwaarde van de jeugdbewegingsmethode.

Keywords


Dissertation
Hedendaagse benaderingen op duurzaam hoger onderwijs: een analyse van hoe duurzaamheid, hoger onderwijs, leren en de student zich tot elkaar verhouden in academische artikels.

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Vandaag de dag worden we in alle aspecten van het leven om de oren geslagen met de term duurzaamheid. Zo is er bijvoorbeeld duurzaam wonen, duurzame energie, duurzame voeding en zelfs duurzaam hoger onderwijs. Deze masterproef onderzoekt de verschillende betekenissen die gegeven kunnen worden aan duurzaam hoger onderwijs en beschouwt dit als benaderingen. De twee dominante benaderingen, om over de verhouding tussen duurzaamheid en hoger onderwijs te spreken, zijn de instrumentele en de emancipatorische benadering. Volgens de academische literatuur zijn deze benaderingen niet voldoende om met de hedendaagse situatie te kunnen omgaan en is er nood aan een herdenking van duurzaam hoger onderwijs. De vraag die in dit onderzoek wordt gesteld is of er zich in de academische literatuur benaderingen manifesteren die verschillend zijn van deze twee dominante benaderingen. Ten eerste bespreekt deze masterproef de termen duurzaamheid en duurzaam hoger onderwijs. Ten tweede wordt er beschreven wat, volgens de instrumentele en emancipatorische benadering, duurzaam hoger onderwijs inhoudt. Dit gebeurt vanuit de driedeling: wat is de verhouding tussen hoger onderwijs en duurzaamheid, wat leert men en hoe wordt de student omschreven in het duurzaam hoger onderwijs. In de instrumentele benadering is het hoger onderwijs een instrument om duurzaamheid te bereiken, leert men capaciteiten verwerven en is de student een toekomstige professional op het vlak van duurzaamheid. Daartegenover is in de emancipatorische benadering duurzaamheid de context waarin het hoger onderwijs zich bevindt en waar individuele emancipatie of een transformatie op het vlak van de samenleving kan plaatsvinden. Men leert kritisch denken en de student wordt een verantwoordelijke burger op het vlak van duurzaamheid. Ten derde wordt de grounded theory methode behandeld die gebruikt werd om benaderingen op te sporen die zich manifesteren in de data. De geselecteerde data bestaat uit negentien Engelstalige academische artikels die gepubliceerd werden tussen 2017 en 2019. Verder worden het codeerproces, dat bestaat uit initieel en gefocust coderen, en de vorming van de sleutelconcepten die de basis vormen voor de constructie van nieuwe theorie besproken. Deze geconstrueerde theorie bestaat uit twee benaderingen, namelijk de relationeel transformatieve en de navigerende benadering. In de relationeel transformatieve benadering vindt er in het hoger onderwijs een transformatie plaats van de onderlinge relatie tussen mens en de wereld. Er wordt geleerd om relaties met de wereld te ontvouwen en de student is een entiteit in wording die zorg draagt voor de onderlinge relaties. In de navigerende benadering cocreëert het hoger onderwijs een bewoonbare wereld, leert men capaciteiten cultiveren en is de student een navigerende aardbewoner.

Keywords


Dissertation
Wie bouwt aan ons curriculum? Een etnografisch onderzoek van het onderwijsportaal KlasCement door de lens van actor-netwerk theorie

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Open onderwijs is een fenomeen dat de laatste jaren aan populariteit wint. Zowel in het onderwijs als de politiek spreekt men van het potentieel van digitale technologieën om educatie te transformeren. Ideeën van universele toegang tot principes van kosteloze leermiddelen en publiek eigenaarschap worden daarbij aangehaald. De principes van open onderwijs worden beschouwd als intrinsieke waarden van het educatieve domein. Initiatieven van open onderwijs genieten dan ook een onbetwistbare legitimiteit en worden zelden kritisch bevraagd. Dit proces wordt versterkt door de heersende perceptie van educatieve technologieën als neutrale ondersteuners van het menselijk onderwijsproject. Onderdrukkende praktijken en andere invloeden die open technologieën teweeg kunnen brengen, blijven zo grotendeels verscholen. Deze masterproef had het doel om de verscholen invloeden, gekaderd als een verborgen curriculum, te onthullen. Daarvoor werd er gefocust op KlasCement, een onderwijsportaal en Vlaamse vertaling van de bovengenoemde open onderwijsprincipes. Voor de analyse van KlasCement werd er vertrokken vanuit de volgende onderzoeksvraag: “Op welke manier(en) geeft de portaalsite KlasCement.net de gebruiker vorm, en wat voor verborgen curriculum wordt hierbij in het leven groepen?” Ik hanteerde daarbij de benadering van actor-netwerktheorie. Deze benadering houdt in dat mensen, dingen en onderwijsportalen effecten zijn die geproduceerd worden door netwerken van relaties. KlasCement is zo een effect dat geproduceerd wordt door een netwerk van associaties tussen tabbladen, gebruikers, webontwikkelaars, beleidsmensen en andere actoren. Wanneer deze actoren met elkaar in interactie gaan, beïnvloeden en veranderen ze elkaar. Door in interactie te gaan met KlasCement wilde ik zo ook nagaan welke veranderingen ik als gebruiker zou ondergaan. Welke handelingen van mij moedigt KlasCement aan en wat voor acties raadt de portaalsite af? Via de etnografische doorloopmethode werd de portaalomgeving gedurende drie weken intensief bezocht en systematisch in kaart gebracht. Ik schreef mijn opgedane ervaringen en reflecties daarover neer via thick descriptions. Er werd daarvoor een onderzoeksprotocol gebruikt om de dataverzameling systematisch te doen verlopen. Op basis van mijn etnografische analyse identificeerde ik vijf lessen die samen het verborgen curriculum van KlasCement gestalte geven. Ik concludeerde dat het verborgen curriculum hoofdzakelijk een les in platformvriendelijkheid omvat. De verscholen invloeden die KlasCement uitoefent op de gebruiker brengen hem dichterbij het beeld van de ideaalgebruiker dat de portaalsite van hem heeft. Het vormgeven van de gebruiker naar dit beeld, en in het verlengde daarvan het verborgen curriculum, is daarbij een middel om het voortbestaan van het netwerk te garanderen.

Keywords


Dissertation
Duurzaam onderwijs in de Bachelor Psychologie aan de KU Leuven: Een verkenning van opvattingen en richtinggevende principes vanuit het perspectief van docenten

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Leren vandaag voor een wereld van morgen, dit is waar duurzaam onderwijs om draait. In een wereld die steeds complexer en minder voorspelbaar wordt, heeft het onderwijs de verantwoordelijkheid om jonge mensen te ontwikkelen tot duurzame burgers die bijdragen aan een veilige en rechtvaardige samenleving, zowel in hun persoonlijk als professioneel leven. Er is een nood aan het verwerven van duurzaamheidscompetenties, namelijk kennis, vaardigheden en attitudes die breed inzetbaar zijn en het aanleren van een bepaalde houding gericht op een duurzame toekomst. Naast een duidelijk beleid vanuit de KU Leuven, staat de rol van de docent centraal in de implementatie van duurzaam onderwijs aan de universiteit. Maar hoe staan docenten hiertegenover in de praktijk? Deze masterproef heeft als doel zicht te krijgen op de opvattingen van docenten die lesgeven aan studenten uit de Bachelor Psychologie omtrent duurzaam onderwijs aan de KU Leuven en richtinggevende principes in kaart te brengen. Hiervoor werd vooreerst een uitgebreide studie gedaan van de wetenschappelijke literatuur naar de betekenisgeving en doelstellingen van zowel duurzaamheid als duurzaam onderwijs. Ook werden visieteksten van de KU Leuven bestudeerd om zicht te krijgen op de standpunten van de universiteit omtrent deze concepten. Deze literatuurstudie gaf aanleiding tot het formuleren van de hoofdonderzoeksvraag: Wat is de visie van docenten op duurzaam academisch onderwijs? Vervolgens werden vier deelvragen geformuleerd om een omvattend beeld te verkrijgen van zowel de betekenisgeving van duurzaamheid als van de vertaling hiervan naar de onderwijspraktijk. Om deze verkennende vragen te beantwoorden werd een kwalitatief onderzoek opgezet, meer bepaald een fenomenologisch onderzoek. Als onderzoeksmethode werd geopteerd voor semigestructureerde interviews waarvan de resultaten aanleiding gaven tot een uitgebreide beschrijving van duurzaam onderwijs vanuit het perspectief van docenten. Uit dit onderzoek blijkt dat duurzaamheidscompetenties impliciet verweven zitten in de opleiding, maar niet expliciet gelinkt worden aan het breder kader van duurzaamheid. Verder heeft dit onderzoek een draagvlak blootgelegd voor de implementatie van duurzaam onderwijs en mogelijkheden tot de verdere uitbouw ervan in de Bachelor Psychologie.

Keywords


Dissertation
'Open Education Europa': de gebruiker ontrafeld. Een kwalitatieve websiteanalyse

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

In deze masterproef wordt een antwoord gegeven op de vraag wie de gebruiker is die tot stand komt op de website ‘Open Education Europa’, opgericht in 2013 door de Europese Commissie. De website kan bestempeld worden als een open onderwijsinitiatief waarbij principes zoals openheid, democratisering en gelijkheid fundamenteel zijn. De Europese Commissie stelt dat open onderwijs iedereen in staat moet stellen om te leren, ongeacht het moment, ongeacht waar je je bevindt en ongeacht welk middel je gebruikt. Het uitgangspunt is dan ook dat er altijd en zelfs noodzakelijk een bepaalde gebruiker in het leven wordt geroepen door open onderwijsinitiatieven. Het empirische deel heeft als doel om na te gaan wat de website doet in relatie tot de gebruiker, wat de website doet doen in relatie tot de gebruiker, en welke types gebruikers er daardoor worden gecreëerd. De opzet van de masterproef is tweeledig. In het eerste deel wordt een overzicht gegeven van de literatuur waarbij vooral volgende vragen richtinggevend waren: (1) Wat is open onderwijs (en hoe is het geëvolueerd)?, (2) Wat zijn de basisprincipes van open onderwijs?, en (3) Welke gebruiker komt er naar voren, zowel in de literatuur als in het beleid van belangrijke beleidsorganen? Open onderwijs brengt namelijk een bepaalde gebruiker tot stand waarbij voornamelijk wordt gefocust op demografische kenmerken zoals geslacht, nationaliteit en huidskleur, en op participatiekenmerken. In de literatuurstudie worden ook de verschillende onderverdelingen van open onderwijs belicht die terug te vinden zijn op de website ‘Open Education Europa’. Verder komt de visie van verschillende internationale beleidsorganen aan bod. Hun kijk op open onderwijs kan als positief bestempeld worden. Ze gaan er allen vanuit dat digitalisering van onderwijs kan bijdragen tot kwaliteitsvoller en doeltreffender onderwijs, en tot meer gelijkheid tussen gebruikers. Deze literatuurstudie vormt het uitgangspunt voor het tweede deel van deze masterproef: een kwalitatieve websiteanalyse van de website ‘Open Education Europa’, opgericht door de Europese Commissie in 2013, om na te gaan wie de gebruiker is die gecreëerd wordt op en door de website. De sociaal-materiële/technische benadering vormt het theoretisch kader: het gaat daarbij om wat de website doet en doet doen in relatie tot de gebruiker. De website wordt hierbij gezien als een actor, net zoals gebruikers van de website, waarbij de relatie tussenbeide als constitutief wordt beschouwd. De gebruiker functioneert als een black box en zit dus impliciet vervat in de website. Om die black box te openen en dus de gebruiker te ontrafelen werd de website ‘Open Education Europa’ op een kwalitatieve manier geanalyseerd. Op basis van het theoretisch kader werd een onderzoeksprotocol opgesteld waarbij de opsplitsing werd gemaakt in beschrijvingen enerzijds, en interpretaties anderzijds. Zo kon er een uitvoerige analyse worden uitgevoerd en konden de resultaten uitgebreid beschreven worden. De figuur van de gebruiker is echter niet eenduidig te bepalen en omvat verschillende types die naar voren komen door de verschillende operaties die de website uitvoert. Hierbij konden ook een aantal spanningen geïdentificeerd worden die de gebruiker mee vormgeven. Het laatste deel vormt een kritische discussie waarin de resultaten worden samengevat en teruggekoppeld worden naar de literatuur. De studie wordt ook gekaderd in het bredere domein van open onderwijs.

Keywords


Dissertation
CurriculApp: over de interactie tussen curricula en apps

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Onderwijs en technologie raken steeds meer met elkaar verweven. Ondanks de toename in het aantal educatieve apps, zijn er weinig kritische analyses geweest van een specifieke app (Decuypere, 2019b). Daarnaast blijkt dat technologie een rol kan spelen in de totstandkoming van een curriculum en daar wordt voorlopig weinig bij stilgestaan (Vanermen et al., 2022). Dit is van belang om in de gaten te houden aangezien bij sommige digitale leeromgevingen de vraag opgeworpen kan worden of de manier waarop die ontstaan is vooral gebaseerd is op hetgeen pedagogische wenselijk is oftewel vooral op hetgeen technologisch mogelijk is (Salomon, 2016). Deze manier van kijken naar de werkelijkheid, waarbij zowel mensen als niet-mensen het potentieel hebben andere zaken te beïnvloeden, sluit aan bij de actor-netwerktheorie (ANT). Een app wordt in dit onderzoek dus niet gezien als een passief middel om een curriculum te verspreiden, maar als iets dat actief bijdraagt aan de manier waarop een curriculum vorm krijgt. Dit leidde tot een concrete onderzoeksvraag: Hoe wordt het curriculum uitgevoerd via de technologische mogelijkheden en beperkingen in een app voor het leren van een nieuwe taal? Om hierop een antwoord te kunnen formuleren werd er gebruik gemaakt van vier analytische dimensies die de focus van het onderzoek bepalen: de ecologie, het voorgeschreven curriculum, de digitale architectuur en de gebruiker. Deze stuurden de aandacht tijdens het uitvoeren van een etnografische studie. Als onderzoeksveld werd de app Arabits gekozen, hiermee kan Arabisch geleerd worden indien de Engelse taal al beheerst is. Het verzamelen van de data bestond uit het gebruik maken van deze app op een vertraagde manier aan de hand van de walkthrough-methode. Aan de hand van een observatieprotocol, screenshots en reflecties na het gebruik van de app ontstond het vertrekpunt voor de analyses. Dit onderzoek concludeert dat het uitgevoerde curriculum in de app Arabits via de technologie liefde voor de cultuur meegeeft, een brede doelgroep aanspreekt, een brede doelgroep overtuigt, het ordenen van de lessen voor een deel aan de gebruiker overlaat, het voorgeschreven curriculum vertaalt en hierbij compromissen maakt, de gebruiker overtuigt langer de app te gebruiken en zichzelf tegelijkertijd weergeeft als een vorm van exacte wetenschap. Via hetgeen dat mogelijk is of beperkt wordt door de digitale architectuur wordt het uitgevoerde curriculum van Arabits in een bepaalde richting gestuurd. Om naar de toekomst deze interactie tussen de technologie in een app en het uitgevoerde curriculum in een app beter te kunnen benoemen, wordt er een nieuw woord voorgesteld: CurriculApp. Hiermee wordt de invloed van technologie mee in de taal vervat, wat in de toekomst kan helpen bij het richten van de aandacht op alle verschillende actoren en de relaties daartussen.

Keywords


Dissertation
Klimaatspijbelen: een pedagogische controverse?

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Klimaatspijbelaars, i.e. jongeren die spijbelen om te betogen voor het klimaat, waren vanaf het begin van 2019 regelmatig in het nieuws. De middelbare scholen werden plots voor een grote uitdaging geplaatst, het was onduidelijk hoe ze best op deze duizenden spijbelaars konden reageren. In deze masterproef wordt het klimaatspijbelen en de rol van de school hieromtrent onderzocht aan de hand van nieuwsartikels op de website van de openbare omroep, vrtnws.be. In de literatuurstudie zal de kwestie van het klimaatspijbelen als een matter of concern, d.w.z. als een kwestie waarrond veel verschillende actoren met uiteenlopende bezorgdheden zich scharen, en als een controverse, d.w.z. als een sociaal debat rond een matter of concern, benaderd worden. Het debat zoals het zich ontplooide op de website van vrtnws.be wordt aan de hand van een cartografie van controverses nauwkeurig ontleed en in kaart gebracht. Zo wordt duidelijk hoe de controverse zich in de tijd ontplooit en welke actoren op welk moment aan de controverse deelnemen. Aan de hand van een discoursanalyse wordt ook gekeken naar discoursen die actoren hanteren in de controverse, dit zijn patronen van acties en uitspraken bij actoren die altijd een bepaald ideaal werkelijkheidsbeeld inhouden. Deze discoursen maken dus duidelijk waarom actoren aan de controverse deelnemen. Het verloop van de controverse en de discoursen vormen de basis om in een volgende stap te kijken welke actoren welke rol aan de school toeschrijven en de redenen hiervoor. Er wordt dus gekeken naar hoe de school volgens deze actoren idealiter zou moeten reageren op het klimaatspijbelprobleem. Meer concreet worden deze twee stappen vertaald in twee onderzoeksvragen, nl. “hoe verschijnt de controverse rond het klimaatspijbelen op de website van vrtnws.be?”, en “wat is de ideale rol van de middelbare school binnen de controverse van het klimaatspijbelen volgens actoren die deelnemen aan de controverse?”. De controverse ontvouwde zich op de website van vrtnws.be over een periode van ongeveer tien weken. De grootste tegenstelling bleek te bestaan tussen politici en betogers. De traditionele manier van politieke besluitvorming werd gezien als een verklaring waarom de controverse uiteindelijk niet opgelost wordt. Er werden vier verschillende discoursen gevonden die door actoren gehanteerd werden tijdens de controverse. Ook over de rol van de school bleek een discours te bestaan. Zo werd de school door sommige actoren voorgesteld als een mogelijke uitweg uit de controverse. De rollen die aan scholen toegeschreven werden, waren enerzijds het optreden rond het spijbelen en anderzijds het in de klas werken rond het thema klimaat. In een discussie wordt uitgebreid over deze rollen van de school gereflecteerd aan de hand van relevante literatuur.

Keywords


Dissertation
“Dat is iets wat ik zou kunnen testen”: Over de veranderingen die sociomaterieel onderzoek als vorm van affirmatieve kritiek tot stand kan brengen in het gebruik van Kahoot! in de klaspraktijk

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

In de inleiding wordt geschetst hoe het gebruik van digitale technologie in het onderwijs naar aanleiding van de coronapandemie steeds meer toeneemt. Reeds veel onderzoek naar deze verandering in het onderwijsveld werd uitgevoerd. Er wordt toegelicht dat het onderzoek dat reeds naar dit onderwerp werd verricht een beperkte impact op de onderwijspraktijk heeft. Hierom wordt de nood ervaren om iets anders te doen met onderzoek, opdat verandering tot stand kan komen in de praktijk. De ervaren nood wordt allereerst gekaderd in het theoretisch kader. Aan de hand van drie voorbeelden van onderzoek naar het gebruik van digitale technologie in de klaspraktijk wordt geïllustreerd hoe veel onderzoek naar het gebruik van digitale technologie in het onderwijs gegrond is in het representatieve denken. Het representatieve denken hanteert een specifieke visie op de werkelijkheid. Er wordt beargumenteerd hoe dit als gevolg heeft dat onderzoek gegrond in dit denken niet constructief is en er niet in slaagt verandering in de praktijk tot stand te brengen. Om dit wel te kunnen doen, dient op een andere manier naar onderzoek en de realiteit gekeken te worden. Affirmatieve kritiek gaat om het creëren van acties die een praktijk uiteindelijk kunnen veranderen en vormt zo een antwoord op de ervaren nood. Deze acties worden gecreëerd op basis van toenemend inzicht in de complexiteit van de onderzochte praktijken. Er wordt toegelicht hoe het opmaken van sociomateriële beschrijvingen hierom een vorm van affirmatieve kritiek is. Om verder te onderzoeken hoe affirmatieve kritiek een antwoord biedt op de ervaren nood, wordt een hoofdvraag ‘wat kan sociomaterieel onderzoek als vorm van affirmatieve kritiek betekenen binnen een klaspraktijk waarin digitale technologie wordt gebruikt?’ opgedeeld in twee deelvragen: ‘hoe wordt het netwerk van klaspraktijken waarin digitale technologie wordt gebruikt relationeel geconfigureerd?’ en ‘welke veranderingen kan sociomaterieel onderzoek als vorm van affirmatieve kritiek tot stand brengen binnen een klaspraktijk waarin digitale technologie wordt gebruikt?’ In het onderdeel dataverzameling en -analyse wordt toegelicht hoe drie klaspraktijken waarin de digitale tool Kahoot! werd gebruikt onderzocht werden door drie interviews met en drie observaties van een les van eenzelfde leerkracht en een analyse van de website van Kahoot! uit te voeren. Er werden tekstuele en visuele sociomateriële beschrijvingen van deze klaspraktijken gemaakt. Deze beschrijvingen werden vervolgens zelf geanalyseerd met het oog op het beschrijven van de veranderingen die doorheen de verschillende klaspraktijken tot stand kwamen. In de resultaten worden de visuele en tekstuele beschrijvingen van de drie klaspraktijken gepresenteerd. Deze vormen een antwoord op de eerste deelvraag. Drie veranderingen die doorheen de verschillende klaspraktijken waarin Kahoot! werd gebruikt tot stand werden gebracht, gaan om het veranderd gebruik van dia’s met open vragen, het experimenteren met andere punteninstellingen en om het gebruik van ander lesmateriaal (een test) om een Kahoot!-quiz vorm te geven. Deze drie veranderingen vormen een antwoord op de tweede deelvraag. In de conclusie worden tot slot enkele reflecties besproken.

Keywords

Listing 1 - 10 of 10
Sort by