Listing 1 - 1 of 1 |
Sort by
|
Choose an application
Met de hervormde Jeugd(beschermings)wet kregen herstelbemiddeling voor minderjarigen en het herstelgericht groepsoverleg (hergo) een vaste stek in het recht. Tegelijk landen beide praktijken, na een vrije en beloftevolle experimenteerfase, op de harde grond van beleid en macht. Te verwachten valt dat overwegingen zoals effectiviteit, efficiënte dossierafhandeling, vlotte samenwerking met justitiële en para-justitiële actoren, vanaf nu de evaluatie van herstelbemiddeling en herstelgericht groepsoverleg mede zullen inkleuren. Daarnaast is de logica van het bestuur en van justitie er ook onvermijdelijk één van gedragsbeïnvloeding, van het ingrijpen in de leefwereld van (kwetsbare) mensen. Ook herstelrecht kan worden ingeschakeld in die logica. Om die redenen is voor een herstelrechtelijke aanpak in het jeugdrecht een moment van waarheid aangebroken. Wil een herstelrechtelijke benadering zich integer staande houden (wil ze 'echt' blijven), dan dient ze over de brug te komen met een coherente en voor het beleid overtuigende visie omtrent de inherente kwaliteiten van herstelbemiddeling en herstelgericht groepsoverleg. Dit boek wil de ontwikkeling van een dergelijke visie ondersteunen. De bijdragen gaan daarom in op vragen als: Waarin ligt de ethische waarde van herstelbemiddeling en hergo? Welke visie omtrent herstelrecht voor minderjarigen biedt hier de beste waarborgen voor emancipatie, veeleer dan verdrukking van minderjarigen (daders en slachtoffers)? Welke rol is daar voor het kinderrechtenperspectief weggelegd? Wat zijn de mogelijkheden, grenzen en gevaren van responsabilisering in de context van hergo en herstelbemiddeling? Wat beoogt een herstelrechtelijke aanpak eigenlijk en hoe verhoudt die zich tot de doelstellingen van een justitiële aanpak?
Jeugdbeschermingsrecht --- Minderjarigen --- Herstelbemiddeling --- Hergo : herstelgericht groepsoverleg --- Provincie West-Vlaanderen --- Minderjarige --- Herstelgericht groepsoverleg
Listing 1 - 1 of 1 |
Sort by
|