Narrow your search

Library

KU Leuven (8)

Arteveldehogeschool (1)

FOD Finances (1)

KBR (1)

KDG (1)

UCLL (1)

UGent (1)

UHasselt (1)

ULB (1)

VUB (1)


Resource type

dissertation (7)

book (1)


Language

Dutch (8)


Year
From To Submit

2015 (8)

Listing 1 - 8 of 8
Sort by

Book
Juridisch schrijven in de praktijk
Authors: --- ---
ISBN: 9789462923119 9462923116 Year: 2015 Publisher: Leuven Acco

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Juridische teksten vormen sinds de oudheid de pijlers van de organisatie van onze samenleving. Goed geformuleerde, begrijpelijke en technisch correcte juridische teksten zijn dan ook cruciaal voor de goede werking van het gerecht. In dit boek komen de klassieke juridische tekstgenres aan bod. De auteurs halen de belangrijkste taalkundige kenmerken aan en geven tips om deze teksten zo toegankelijk mogelijk te maken. Elk tekstgenre wordt telkens geïllustreerd met voorbeelden. Na de algemene principes van goede teksten komen de meest voorkomende buitenprocedurele juridische teksten aan bod, zoals brieven, mails en ingebrekestellingen. Vervolgens passeren enkele belangrijke stukken uit de burgerlijke rechtspleging de revue: de dagvaarding en het verzoekschrift, de conclusie en het vonnis. Tot slot komen regelgevende teksten en contracten aan bod, met vooral aandacht voor Belgische regelgeving en algemene voorwaarden.Juridisch schrijven in de praktijk is in eerste instantie bedoeld voor rechtenstudenten, maar iedere jurist die zijn schrijfvaardigheid wil bijschaven, vindt er zeker nuttige tips in. Bron : http://www.acco.be


Dissertation
Uitdoven van het overlijdenspensioen: een juridische evaluatie
Authors: --- ---
Year: 2015 Publisher: Leuven : KU Leuven. Faculteit Rechtsgeleerdheid

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Deze masterscriptie heeft tot doel de Belgische hervorming van het overlevingspensioen juridisch te evalueren. De hoofdonderzoeksvraag van deze masterscriptie luidt dan ook als volgt: 'Stuit België op juridische grenzen bij de hervorming van het overlevingspensioen?' Om deze vraag te beantwoorden, wordt in eerste instantie een uitgebreide juridische stand van zaken gegeven over de vorige en huidige regeling van het overlevingspensioen. In een tweede fase zal worden nagegaan wat die mogelijke juridische grenzen zouden kunnen inhouden. Er wordt hierbij aandacht besteed aan drie bronnen van recht, met name art. 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, art. 23 van de Grondwet en art. 12 van het Europees Sociaal handvest. De nadruk zal voornamelijk gevestigd worden op de eerst en laatst genoemde rechtsbronnen, vermits de antwoorden hieromtrent de juridische grenzen voor hervormingen in de sociale zekerheid voor andere landen ook (kunnen) blootleggen. In het laatste deel zal besloten worden of de Belgische hervorming van het overlevingspensioen juridisch geoorloofd is of niet en België al dan niet dreigt veroordeeld te worden door de doorgevoerde hervorming.

Keywords


Dissertation
Toegang tot sociale minimumuitkeringen voor economisch niet-actieve personen in een grensoverschrijdende situatie
Authors: --- --- ---
Year: 2015 Publisher: Leuven : KU Leuven. Faculteit Rechtsgeleerdheid

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Deze masterproef handelt over de toegang van migrerende economisch niet-actieve EU-burgers tot de sociale minimumuitkeringen, met in het bijzonder sociale bijstand, volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. In beginsel vallen sociale minimumuitkeringen, met in het bijzonder algemene sociale bijstand, buiten het toepassingsgebied van de Verordening 883/2004. Het Hof van Justitie kent echter op basis van het Europees burgerschap wel sociale minimumuitkeringen toe. In deze masterproef zal aldus de rechtspraak van het Hof van Justitie die handelt over een economisch niet-actieve EU-burger die aanspraak wil maken op sociale bijstand in een grensoverschrijdende situatie, worden geanalyseerd in het licht van het Europees burgerschap. Uit de rechtspraakanalyse van de arresten Martinez Sala, Grzelczyk en Trojani kan worden geconcludeerd dat het niet meer toegelaten is om de toegang tot sociale bijstand voor economisch inactieve personen te weigeren louter op grond van hun nationaliteit. Bij de uitoefening van het vrij verkeer genieten Unieburgers immers van het gelijke behandelingsprincipe uit artikel 18 VWEU. Het staat de lidstaten echter vrij om de toegang aan verblijfsvoorwaarden te koppelen. Zo kunnen lidstaten eisen dat economisch inactieve personen voldoende bestaansmiddelen hebben opdat geen onredelijke last wordt gevormd op het nationale sociale bijstandsstelsel. Het Hof erkent dat een beroep op sociale bijstand invloed kan hebben op het verblijfsrecht. Een lidstaat kan echter niet automatisch overgaan tot maatregelen indien louter beroep wordt gedaan op sociale bijstand. In het arrest Brey wordt bepaald dat een 'onredelijke last op het sociale bijstandsstelsel' slechts kan worden bepaald na een globale en een individuele beoordeling. Hierbij dient ook rekening te worden gehouden met de proportionaliteitstest. Verder wordt in dit arrest ook bepaald dat de Verordening 883/2004 en Richtlijn 2004/38 invloed op elkaar kunnen uitoefenen. Met het Dano-arrest wordt het mogelijk gemaakt voor de lidstaten om rekening te houden met de motieven van economisch inactieve personen. Zo kan de toegang tot sociale bijstand worden geweigerd indien enkel en alleen gebruik wordt gemaakt van het recht op vrij verkeer om te kunnen genieten van sociale bijstand.

Keywords


Dissertation
Gezinsbijslag na de Zesde Staatshervorming
Authors: --- ---
Year: 2015 Publisher: Leuven : KU Leuven. Faculteit Rechtsgeleerdheid

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Naar aanleiding van de uitvoering van de Zesde Staatshervorming wordt de bevoegdheid met betrekking tot de gezinsbijslag overgedragen van de federale overheid naar de Gemeenschappen. Iedere Gemeenschap zal een decreet kinderbijslag uitvaardigen dat van toepassing is op zijn grondgebied. Deze decreten zullen in bepaalde omstandigheden echter met elkaar in conflict komen, waardoor wetsconflicten ontstaan en waarvoor de Gemeenschappen een interne coördinatieregeling moeten uitvaardigen. Maar nog voor deze decreten worden uitgevaardigd, moeten er een aantal essentiële beslissingen genomen worden, zoals welk aanknopingspunt er gebruikt zal worden. Eens de decreten opgesteld zijn, moeten de Gemeenschappen samen voorzien in een coördinatieregelingen. Aangezien er in België nauwelijks voorbeelden van coördinatieregelingen zijn, moet er gekeken worden naar het Europees recht. Daar zijn voorbeelden zoals het vrij verkeer van personen, het Europees burgerschap en de coördinatieverordening sociale zekerheidssystemen terug te vinden. Deze concepten kunnen enerzijds dienen als bron van inspiratie voor de Gemeenschappen, maar zullen anderzijds ook de contouren van de regelgevingen bepalen. Zo is het onder meer niet geoorloofd om zonder meer een beperking op te leggen aan het vrij verkeer van personen. Maar wat houdt dit concreet in? Dergelijke situaties worden uitgelegd aan de hand van de rechtspraak van het Hof van Justitie en het Belgisch Grondwettelijk Hof. Daarnaast moet ook rekening gehouden worden met het Europees burgerschap dat door het Europees Hof wordt gezien als zijnde de fundamentele status van onderdanen van een lidstaat. Tenslotte is er ook nog de coördinatieverordening, deze wijst de bevoegde lidstaat aan in geval van een grensoverschrijdende situatie. Maar binnen België zullen dan enkel nog regionale wetgevingen bestaan, welke Gemeenschap zal dan bevoegd zijn? Maar er is één bijzonder moeilijke toepassingsvoorwaarde die alle concepten gemeen hebben, namelijk het aanwezig zijn van een grensoverschrijdend element. Aan de hand van deze vragen worden de grenzen en contouren van de toekomstige regelgevingen duidelijk maar ook welke invloed de toepassing van het Europees recht heeft op de toekomstige ...

Keywords


Dissertation
Inkomensvervanging bij tijdelijke werkloosheid en tijdelijke arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen herbekeken.
Authors: --- --- ---
Year: 2015 Publisher: Leuven : KU Leuven. Faculteit Rechtsgeleerdheid

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Zoals blijkt uit de titel van deze thesis, gaat dit werk over de inkomensvervanging bij tijdelijke werkloosheid en tijdelijke arbeidsongeschiktheid. Als invalshoek wordt hier de klassieke tweedeling in het socialezekerheidsrecht gebruikt, namelijk de scheiding tussen de arbeidsongeschiktheid en de werkloosheid. Deze scheiding zie je klassiek terugkomen doorheen de wetgeving van de sociale zekerheid. Het lijkt echter zo dat deze scheiding de laatste jaren meer en meer achterwege wordt gelaten, zeker wat betreft de wetgeving voor zelfstandigen. Het opzet van dit werk is dan ook om na te gaan of dit effectief zo is, niet alleen in België maar ook in Nederland, en of dit nog passend is in de huidige maatschappij. Om dit te kunnen vaststellen wordt de wetgeving van elk land apart bekeken, een onderscheid makend tussen de wetgeving bedoeld voor werknemers en zelfstandigen. Hieruit blijkt dat de scheiding waar er normaal gezien sprake van is, enkel nog duidelijk aanwezig is wat betreft de wetgeving voor werknemers. Wanneer de regelgeving van de zelfstandigen bekeken wordt, blijkt dat er hier minder de focus ligt op het sociaal risico zelf. Er wordt eerder gekeken naar een toegankelijke regeling voor zelfstandigen, waar het risico dat aanleiding geeft tot de nood aan inkomensvervanging een veel kleinere rol of zelfs bijna geen rol speelt. Uit de vergelijking van de regelgeving van deze twee landen blijkt dan dat deze evolutie is aanwezig in beide landen, weliswaar iets duidelijker waar te nemen in Nederland. Wanneer er dus enkel gekeken wordt naar de inkomensvervanging op korte termijn, kan er dus geconcludeerd worden dat er inderdaad een vervaging van deze klassieke scheiding is terug te vinden, alleszins wat betreft de inkomensvervanging op korte termijn. Dit lijkt ook passend te zijn voor de specifieke situatie van de zelfstandige. Het is namelijk van belang dat zij net iets anders behandeld worden, om hen een gelijke hoeveelheid van sociale bescherming te kunnen bieden.

Keywords


Dissertation
De vergrijzing en het pensioen voor zelfstandigen: een juridische evaluatie.
Authors: --- ---
Year: 2015 Publisher: Leuven : KU Leuven. Faculteit Rechtsgeleerdheid

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Onderzoeksopzet - De vergrijzing heeft tot gevolg dat de overheidsuitgaven voor pensioenen de komende jaren exponentieel zullen stijgen. Dit heeft op zijn beurt dan weer tot gevolg dat de druk op de bestaande pensioenstelsels stijgt. Een hervorming van deze pensioenstelsels dringt zich dan ook op. In deze masterscriptie worden enkele van de hervormingen met betrekking tot het pensioen der zelfstandigen uiteengezet; het betreft de hervorming van het vervroegd pensioen en de pensioenmalus, de afschaffing van de pensioenbonus en de hervorming van het overlevingspensioen. Daarnaast wordt tevens de theorie betreffende het standstillbeginsel uit artikel 23 Grondwet en het eigendomsrecht zoals het is vervat in artikel 1 Eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) besproken. In een volgende stap worden de hervormingen getoetst aan het standstillbeginsel en het eigendomsrecht. De hervormingen dienen namelijk verenigbaar te zijn met deze rechtsbeginselen; dit is een van de voorwaarden waaraan voldaan dient te zijn opdat de hervorming in kwestie rechtsgeldig zou zijn. Onderzoeksvraag - Zijn de in deze masterscriptie besproken hervormingen van het wettelijk pensioenstelsel der zelfstandigen verenigbaar met artikel 23 Grondwet en met artikel 1 Eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden? Resultaten van het onderzoek - Uit het onderzoek is gebleken dat noch de nieuwe regelingen betreffende het vervroegd pensioen en het overlevingspensioen, noch de afschaffing van de pensioenbonus in strijd zijn met het eigendomsrecht zoals het werd vastgesteld in artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM. Ook bij de toetsing aan het standstillbeginsel uit artikel 23 Grondwet is gebleken dat de nieuwe regelingen betreffende het vervroegd pensioen en het overlevingspensioen in overeenstemming zijn met dit beginsel. De afschaffing van de pensioenbonus lijkt daarentegen wel een schending in te houden van het standstillbeginsel.

Keywords


Dissertation
Het begrip 'zelfstandige' gedefinieerd naar socialezekerheidsrecht: een rechtsvergelijkende analyse. : In welke mate vormt het gebrek aan een eenvormige definitie van zelfstandigen een probleem in het kader van de Coördinatieverordening 883/2004 bij de grensoverschrijdende tewerkstelling van zelfstandigen?
Authors: --- ---
Year: 2015 Publisher: Leuven : KU Leuven. Faculteit Rechtsgeleerdheid

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De Belgische sociale zekerheid wordt gekenmerkt door verschillende categorieën sociaal verzekerden (werknemer, ambtenaar en zelfstandige). Het is essentieel om de verschillende groepen duidelijk van elkaar te onderscheiden. In deze masterscriptie zal onderzocht worden hoe het begrip 'zelfstandige' sociaalrechtelijk in België, Europa en in de rechtsvergelijkende landen Frankrijk, Nederland en Luxemburg wordt beschreven. Op Europeesrechtelijk vlak betreffende de sociale zekerheid is er een gebrek aan een eenvormige definitie voor de zelfstandige en wordt er in de Coördinatieverordening 883/2004 verwezen naar de nationale wetgeving voor de invulling van het begrip 'zelfstandige'. Aangezien de definities van zelfstandigen en de socialezekerheidskwalificatie van een bedrijfsleider binnen de verschillende nationale wetgevingen niet identiek zijn, kan er een probleem ontstaan voor de sociale zekerheid van een zelfstandige uit een bepaalde lidstaat wanneer deze zijn activiteit gelijktijdig uitoefent in een andere lidstaat van de Europese Unie. Aan de hand van een casus wordt duidelijk dat een bestuurder van een vennootschap in België het risico loopt dat hij in de andere lidstaat als werknemer wordt gekwalificeerd wat kan leiden tot een verandering van de sociale verzekeringspositie van de bestuurder. Net omdat er een gebrek is aan een eenvormige Europese definitie bij grensoverschrijdende zelfstandigen en omdat de invulling van de begrippen 'zelfstandige', 'werkzaamheden van gelijke aard', 'werkzaamheden in loondienst' en 'werkzaamheden anders dan in loondienst' gebeurt door de nationale socialezekerheidsinstellingen, ontstaan er meerdere knelpunten voor zelfstandigen bij de toepassing van Verordening 883/2004. Zo kunnen er bijvoorbeeld problemen bestaan rond een A1-verklaring, een artikel 16-overeenkomst en het recht op vrij verkeer. Ook het onderscheid tussen detachering en gelijktijdige tewerkstelling is daardoor niet altijd even duidelijk. Vandaar zou het interessant zijn om een uniform begrip van de zelfstandige in te voeren op Europees sociaalrechtelijk gebied of om over te gaan tot een harmonisatie van de categorieën van sociaal verzekerden. Een eenmaking van de begrippen 'zelfstandige' en 'werknemer' kunnen die knelpunten doen verdwijnen. Bovendien zou het gunstig zijn voor de waarborg van het recht op vrij (personen)verkeer en de transparantie in de sociale zekerheid van de zelfstandige.

Keywords


Dissertation
Het detacheren van werknemers in de Europese Unie, een rechtvaardige toepassing van het vrije dienstenverkeer?
Authors: --- --- ---
Year: 2015 Publisher: Leuven : KU Leuven. Faculteit Rechtsgeleerdheid

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Dit werk spitst zich toe op de coördinatie van de sociale zekerheid binnen de Europese Unie. Indien iemand zich verplaatst voor onder meer arbeidsdoeleinden tussen twee of meer lidstaten zijn het de Europese coördinatieregels met betrekking tot de sociale zekerheid die aangeven welk socialezekerheidsstelsel er in dat geval van toepassing is. We bespreken eerst de bepalingen die hierop betrekking hebben. Meteen na het toelichten van de algemene coördinatieregels wordt de focus gelegd op één van de belangrijkste uitzonderingen hierop, namelijk de detachering. De regelgeving rond detachering is controversieel wegens de vele fraudegevallen die gepaard gaan met deze rechtsfiguur. We zullen de rechtsfiguur detachering volledig ontleden en toelichten. Net omwille van die vele detacheringsfraude voelen lidzaken zich genoodzaakt om zelf nationale maatregelen uit te werken om deze fraude te bestrijden. Veel van deze handhavingsmaatregelen zijn echter aan kritiek onderhevig omdat ze veelal strijdig bevonden worden met het Unierecht. Een voorbeeld van zo'n omstreden handhavingsmaatregel zijn de Belgische detacheringsfraudebepalingen. We zullen deze bepalingen ontleden en toetsen aan het Unierecht. De reden waarom veel van de nationale handhavingsmaatregelen bekritiseerd worden is omdat ze in de meeste gevallen strijdig geacht worden met het vrij verkeer van diensten. Dit principe wordt dan ook uitgebreid toegelicht om daarna enkele recente Belgische handhavingsmaatregelen, respectievelijk de LIMOSA-aanmeldingsplicht en de Construbadge, te toetsten aan het vrije dienstenverkeer. Nadat de algemene problematiek rond deze controversiële handhavingsmaatregelen is blootgelegd wordt nog een blik geworpen op de toekomst waarin we enkele oplossingen naar voor schuiven. Oplossingen die ertoe moeten bijdragen dat werknemers vrij, zonder veel belemmeringen, kunnen uitgestuurd worden tussen de verschillende Europese lidstaten zonder dat dit gepaard gaat met massale fraude op onder andere het vlak van sociale zekerheid.

Keywords

Listing 1 - 8 of 8
Sort by