Narrow your search

Library

KU Leuven (2)


Resource type

dissertation (2)


Language

Dutch (2)


Year
From To Submit

2015 (2)

Listing 1 - 2 of 2
Sort by

Dissertation
Dating in de 21ste eeuw : Nieuwe vormen van relatievorming
Authors: --- ---
Year: 2015 Publisher: Leuven : KU Leuven. Faculteit Sociale Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Deze thesis focust op de nieuwe datinginitiatieven in Vlaanderen. De centrale onderzoeksvraag die de onderzoeker trachtte te beantwoorden was: Hoe kunnen we de opkomst van de nieuwe datinginitiatieven in Vlaanderen sociologisch verklaren? De bijvragen luidden: hoe gaan deze initiatieven te werk? En wie doet er beroep op? Deze vragen trachtte de onderzoeker op te lossen door middel van een uitgebreide literatuurstudie. Deze literatuur werd aangevuld door drie casestudy's, die bestonden uit drie diepte-interviews met sleutelinformanten. Op die manier was het mogelijk de bevindingen uit de literatuur te vertalen naar een Vlaamse context.Ten eerste werd er in de literatuur bevonden dat de nieuwe ideeën omtrent liefde er mogelijks voor zorgden dat relaties minder stabiel werden. Dit had een implicatie op socio-demografische processen: men ging in Vlaanderen later huwen, minder huwen, meer uit de echt scheiden en meer alleenwonen. Er werd nagegaan of deze socio-demografische processen een impact hadden op het aantal singles in Vlaanderen. De onderzoeker constateerde dat er nieuwe groepen van singles ontstonden door het toenemend aantal echtscheidingen en het uitstellen van het huwelijk. Singles zullen op verschillende leeftijden en in verschillende levensfasen opnieuw op de huwelijksmarkt terechtkomen. Hierdoor werd het moeilijker om een partner te vinden via de traditionele wegen. Formele huwelijksmarktintermediairen hebben op deze noden ingespeeld vanuit een business perspectief. De opkomst van de nieuwe datinginitiatieven: internetdating, relatiebureaus en speeddating werden uitgelegd aan de hand van het RWA- principe. Er werd geconstateerd dat de samenleving Ready en Able was voor de komst van de nieuwe initiatieven. Maar door het stigma dat er heerst rond deze nieuwe initiatieven zal er een vertraagde verspreiding plaatsvinden. Dit stigma zal in de toekomst mogelijks verminderen. Daarnaast ging de onderzoeker na hoe deze nieuwe initiatieven tewerk gaan. Kennis over het matchmakingsproces, de succesratio en de voor-en nadelen van deze initiatieven waren beschikbaar. De onderzoeker bekeek welke personen van deze nieuwe initiatieven gebruikmaken. Hierbij werd er rekening gehouden met de leeftijd, het geslacht en het opleidingsniveau van de cliënten. Wat de leeftijdsgroep betreft zullen internetdating, relatiebureaus en speeddatinginitiatieven zich vooral richten op personen vanaf 25 jaar. Wat het geslacht betreft bemerkten de drie initiatieven dat er in de hogere leeftijdsgroepen er meer vrouwen dan mannen zich aanmelden. De deelnemers aan de verschillende initiatieven waren hogeropgeleid. Het is mogelijk dat de initiatieven zich richten op hogeropgeleiden enerzijds of dat hogeropgeleiden zich meer aangesproken voelen door deze initiatieven anderzijds.

Keywords


Dissertation
Hypergamie en de gestegen opleidingspositie van vrouwen : Een onderzoek naar partnerkeuzepreferenties tussen 1995 en 2014 in een Vlaams relatiebemiddelingsbureau
Authors: --- --- ---
Year: 2015 Publisher: Leuven : KU Leuven. Faculteit Sociale Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Het kostwinnersmodel gaf in Europa generaties lang aan dat de man buitenshuis ging werken en dus best hoogopgeleid was, terwijl de vrouw het huishouden verzorgde, waarvoor een hogere opleiding dus zeker niet noodzakelijk was. Binnen huwelijken bestond zo een specialisatie- en ruilmodel (Becker, 1981), waarbij de beide partners zo goed mogelijk werden in hun domein en deze vaardigheden bij de partnerkeuze uitwisselden. Dit patroon van huwelijksvorming waarbij de man hoger opgeleid is dan de vrouw wordt hypergamie genoemd. De toegang voor meisjes tot het hoger onderwijs bleek zo lange tijd beperkt en soms zelfs formeel afgesloten, maar na verschillende sociale revoluties is deze vandaag in Vlaanderen gelijk aan die voor mannen. Daar komt bij dat vrouwen mede door de uitvinding van de anticonceptiepil en de stijging van het percentage scheidingen ook steeds vaker het belang inzien van een eigen opleiding (Goldin, 2006). Sinds het laatste decennium vormen vrouwen dan ook de meerderheid van de studenten in het hoger onderwijs (RoSa, 2014a). Ook op het gebied van partnerkeuze kunnen deze evoluties veranderingen aankondigen. Het oude kostwinnersmodel is vandaag verlaten, en verschillende onderzoeken gaven reeds aan dat preferenties belangrijker worden, en dat het hypergame patroon vandaag minder vaak voorkomt in verschillende landen (Esteve, Garcia-Roman & Permanyer, 2012; Esping-Andersen, 2009; Sweeney, 2002). De twee andere partnerkeuzepatronen zijn hypogamie (de vrouw is hoger opgeleid dan de man) en homogamie (de twee partners hebben hetzelfde opleidingsniveau), en dit onderzoek gaat na in welke mate de Vlaamse preferenties geëvolueerd zijn in dit opzicht. Met behulp van de data van een Vlaams relatiebemiddelingsbureau worden de preferenties kwantitatief geanalyseerd voor de periode 1995-2014. Eerst werd het profiel van de cliënt doorheen deze periode geschetst op vlak van leeftijd, opleiding, kinderen hebben en burgerlijke staat. Aangezien dit bureau bewust een zeker doelpubliek aanspreekt, is het bij dit onderzoek niet de bedoeling een representatief beeld te schetsen van Vlaamse relatiebemiddeling, maar slechts om een inzicht te bieden over de preferenties van de cliënten van dit bureau. Cliënten blijken de laatste jaren gemiddeld ouder en hoger opgeleid te zijn, en bovendien blijken vrouwen in de recente jaren iets hoger opgeleid dan mannen, zoals in de bredere samenleving het geval is. Uit de opvolgende logistische regressieanalyses bleek dat vooral het eigen opleidingsniveau een belangrijke rol speelt bij het stellen van preferenties voor de potentiële partner. Ook het inschrijvingsjaar van de cliënt speelde een belangrijke rol, zodat periode-effecten hier niet uitgesloten kunnen worden. Daarnaast bleken ook de eigen leeftijd en de gewenste leeftijd interessante verbanden te vertonen met de afhankelijke variabele. De verwachting van een stijgende preferentie voor hypogame partnerkeuzes kan noch weerlegd, noch bevestigd worden. Zowel voor het voorkomen van hypogame, hypergame als homogame preferenties konden aanwijzingen gevonden worden bij de analyses. Op basis van deze vaststellingen wordt met behulp van de theorie van Esping-Andersen, Boertien, Bonke en Gracia (2013) voorgesteld dat Vlaanderen zich nog in de instabiele transitiefase naar een gendergelijke samenleving bevindt

Keywords

Listing 1 - 2 of 2
Sort by