Choose an application
Portraits. --- Bridges. --- Cars, bicycles and other vehicles.
Choose an application
Choose an application
Ooit was België een land van belofte. Een industriële wereldmacht. De motor van dit kleine wonder was de ijzeren weg, het meest ontwikkelde spoorwegnet van het Europese continent. Terwijl België op sterven ligt, wandelt Pascal Verbeken terug naar het tijdperk van de great expectations. Hij maakte een voetreis langs de Grand Central Belge, de negentiende-eeuwse private spoorlijn die Wallonië met Vlaanderen verbond. Verbeken registreert de kleine en grote tekenen des tijds. Hij luistert naar een bonte verzameling van Belgen en hun unieke, soms tragische verhalen.
Chemins de fer --- Belgique --- Histoire --- Hiking --- Belgium --- Personal narratives [Belgian ] --- Histoire. --- België ; verhalen --- Spoorwegen ; geschiedenis
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Industrial economics --- Regional documentation --- Wallonia
Choose an application
Choose an application
Driedelige documentaire van Pascal Verbeken en Luckas Vander Taelen over de ongeveer 500.000 Vlamingen die ooit hun dorpen en steden ontvluchtten om hun geluk te gaan zoeken in het industrieel welvarende Wallonië afl. 1 : De grote trek : Industrieel Wallonië was van de 19de tot een eind in de 20ste eeuw een eldorado met werk in overvloed, vaak in de steenkoolmijnen en fabrieken. In dat beloofde land maakten Vlamingen een aanzienlijk deel van de populatie uit. Er waren zelfs Vlaamse concentratiewijken in La Louvière en Charleroi. De Vlamingen van Hocquet in La Louvière hadden hun eigen cafés, hun eigen verenigingen, zoals de carnavalsgroep ‘De witte klakken’. afl. 2 : Alleen op zondag zie ik de zon : In deze tweede aflevering maken we kennis met de Vlaamse boeren, pendelaars en seizoenarbeiders in Wallonië. De werkloze en verarmde Vlamingen trokken niet alleen naar de industrie, maar overspoelden ook het Waalse platteland. Vooral voor en na de Tweede Wereldoorlog. Op de kleine boerderijen telden de Vlaamse boerengezinnen te veel kinderen om iedereen een plaats te geven in de opvolging. Ze vertrokken met de kar of de trein om nooit meer terug te komen. De Vlamingen stonden bekend als harde werkers met veel zin voor initiatief. Ze bleven trouw aan hun christelijk geloof en huwden bij voorkeur met iemand uit een andere Vlaamse familie afl. 3 : C’était hier, dat was gisteren : In de derde en laatste aflevering, zien we hoe rood Wallonië de katholieke Vlaamse immigranten veranderde en ook zelf een dramatische omwenteling beleefde. Vanuit ruraal, katholiek Vlaanderen (Limburg) naar rood Wallonië (Luik-Seraing) verhuizen, zorgde bij de Vlamingen niet alleen voor een materiële, maar ook mentale schok. Sommigen vertrokken van onder het kruisbeeld van mijnheer pastoor en eindigden met een hamer en sikkel in hun graf gebeiteld
Choose an application
1. De grote trek: Industrieel Wallonië was van de 19de tot een eind in de 20ste eeuw een eldorado met werk in overvloed, vaak in de steenkoolmijnen en fabrieken. In dat beloofde land maakten Vlamingen een aanzienlijk deel van de populatie uit. Er waren zelfs Vlaamse concentratiewijken in La Louvière en Charleroi. De Vlamingen van Hocquet in La Louvière hadden hun eigen cafés, hun eigen verenigingen, zoals de carnavalsgroep 'De witte klakken'. Met de eerste generatie waren er soms problemen, vooral met de logeurs, die rond de eeuwwisseling op kamertjes verbleven. De Vlamingen hadden rond de eeuwwisseling een beruchte reputatie als dronkaards en messentrekkers. Er werd zelfs een gendarmerie gebouwd om hen rustig te houden. In de huizen werd er veel Vlaams gesproken, soms ook op straat. Toch namen de Vlamingen snel het Frans of Waals over. Voor een stuk omdat hun Vlaams aversie opwekte. Wallonië is vandaag vergeten hoezeer de Vlamingen hun land gemaakt hebben. De terrils die de skyline van Charleroi domineren zijn gemaakt van steenkoolgruis dat door Vlaamse handen naar boven gehaald is. De laatste Waalse Vlamingen die ooit in de mijnen werkten, zijn lyrisch over hun landschap, maar ze herinneren zich ook de gevaren van de mijn. Aan het eind van hun leven stellen de gemigreerde Vlamingen vast dat hun Waalse industriële eldorado niet meer bestaat of in verval verkeert. Maar ook het oude gemeenschapsleven dat ze nog gekend hebben in de volkswijken is weg
Wallonië --- Welvaart --- Geschiedenis --- Armoede --- Vlaanderen --- Migratie
Choose an application
2. Alleen op zondag zie ik de zon: In deze 2de aflevering maken we kennis met de Vlaamse boeren, pendelaars en seizoenarbeiders in Wallonië. De werkloze en verarmde Vlamingen trokken niet alleen naar de industrie, maar overspoelden ook het Waalse platteland. Vooral voor en na de Tweede Wereldoorlog. Op de kleine boerderijen telden de Vlaamse boerengezinnen te veel kinderen om iedereen een plaats te geven in de opvolging. Ze vertrokken met de kar of de trein om nooit meer terug te komen. De Vlamingen stonden bekend als harde werkers met veel zin voor initiatief. Ze bleven trouw aan hun christelijk geloof en huwden bij voorkeur met iemand uit een andere Vlaamse familie. Tegelijk met deze immigratie was er ook het fenomeen van de seizoenarbeid. Sommige dorpen zoals Rillaar liepen leeg in het bietenseizoen. De huisvesting van de seizoenarbeiders was vaak erbarmelijk. Ze sliepen in stallen, op zolders. Soms waren ze nog beter af dan de falanstères die tijdens de week in cantines verbleven, grote, kale barakken slechts bemeubeld met ijzeren bedden. Vaak lagen de arbeiders per nationaliteit in aparte cantines. Zo waren er cantines des Italiens, des Polonais, maar dus ook des Flamands, zoals in Moignelée. Massaal veel Vlamingen pendelden dagelijks heen en weer naar de mijn met de fossemannentrein of train des flaminds. Vooral vanuit de streek van Geraardsbergen en Galmaarden. Vaak waren ze dagelijks zes uur onderweg naar de Waalse mijnen en fabrieken. Ook met de autobus werd druk gependeld, soms zelfs vanuit Izegem of Lokeren
Wallonië --- Welvaart --- Geschiedenis --- Armoede --- Vlaanderen --- Migratie