Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

kinderkoren --- koormuziek --- liederen --- kinderliederen (genre) --- anno 2000-2099 --- Flanders

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

In onze bachelorproef gaan wij het hebben over het gebruik van de verschillende vormen van co-teaching die we op een nuttige manier kunnen inzetten tijdens een bepaalde les. Zo zullen we zien dat niet elke vorm zich kan lenen aan elk te behandelen lesonderwerp en niet in elke klas te verwezenlijken valt.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Flow is the way to go Flow als state of being om het leerproces te stimuleren bij leerlingen tijdens de pianoles. Flow wordt vaak omschreven als ‘de optimale ervaring’ en hangt samen met het geluksgevoel. Als je in de flow bent, ervaar je een gevoel van opwinding en van genot. Het ontstaat wanneer een persoon een activiteit uitvoert voor zichzelf en waarbij lichaam en geest volledig één zijn met de activiteit. De term ‘flow’ werd voor het eerst ingevoerd door Csikszentmihalyi (1975), een Amerikaanse psycholoog. Hij zegt dat iedere flowervaring een positieve invloed heeft op het leerproces van het individu en dat onze vaardigheden zich na deze ervaring ook verder ontwikkeld hebben. Deze masterproef is een illustratie van hoe een leraar een “state of flow” kan faciliteren bij de leerlingen tijdens de pianoles. Het eerste deel van deze masterproef is een literatuurstudie waarin het eerste hoofdstuk een toelichting is van de betekenis van flow. In dit hoofdstuk wordt de definitie en de evolutie van flow behandeld. Alsook worden de voorwaarden omschreven die flow mogelijk maken. Tevens worden er binnen dit hoofdstuk enkele andere typische elementen van flow toegelicht. Het tweede hoofdstuk is een weergave van enkele onderzoeken van flow binnen de muziekwereld. Het laatste hoofdstuk behandelt de instrumentale didactiek, daar het onderzoek verricht werd tijdens de pianoles. Na deze drie hoofdstukken staat er een conclusie omschreven. Deze conclusie bevat een samenvatting van de literatuurstudie die de basis heeft gevormd voor mijn activiteiten tijdens het praktijkonderzoek. Het tweede deel is een neerslag van het praktijkonderzoek. In dit onderzoek kregen drie leerlingen een individuele muziekles van twintig minuten per week gedurende één schooljaar. Doordat er een leerling verhuisd is, kon het onderzoek enkel verdergezet worden met de overige twee leerlingen. Hierdoor was ik in de mogelijkheid om deze leerlingen nu wekelijks een halfuur les te geven. De lessen werden onderverdeeld in vier cycli bestaande uit telkens vijf lessen. Iedere cyclus had zijn eigen doel en na afloop van een cyclus werd er een conclusie geformuleerd waarin de belangrijkste elementen meegenomen werden naar de volgende cyclus. De conclusie werd geformuleerd aan de hand van (1) de zelfevaluatie van de leraar, (2) een interview met de leerlingen en (3) de ingevulde kijkwijzer. De kijkwijzer werd opgesteld volgens de gedragsindicatoren van Custodero (2002) en kon worden ingevuld aan de hand van de video-opnames van de lessen. Deze drie databronnen werden op het einde van iedere cyclus telkens geanalyseerd en met elkaar vergeleken. Daarom kunnen we hier spreken over datatriangulatie. Het resultaat van dit onderzoek is een weergave van welke pedagogische aanpak en/of welke lesactiviteit een positief gevolg heeft gehad op het faciliteren van een state of flow bij de leerlingen tijdens de pianoles. In het derde en laatste deel van de masterproef, namelijk het besluit, wordt het praktijkonderzoek gelinkt aan de literatuurstudie. Op basis hiervan worden belangrijke bevindingen en richtlijnen belicht over hoe je een state of flow kan faciliteren bij leerlingen tijdens de pianoles.