Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Kunstkritiek is een uniek Nederlandstalig boek over en met kunstkritiek. Aan de hand van teksten uit zeer uiteenlopende bronnen, willen de auteurs een kritische blik werpen op de actuele waarden en mogelijkheden van beeldende kunstkritiek. Bovendien bevat het boek voor het eerst de Nederlandse vertalingen van internationaal verspreide teksten van o.a. James Elkins, George Baker en Sven Lütticken. In Kunstkritiek ligt de nadruk op Belgische en Nederlandse auteurs, maar ook internationale stemmen komen uitgebreid aan bod. Zo wordt het discours over beeldende kunstkritiek in het Nederlandse taalgebied samengebracht én in een internationaal kader geplaatst. Kunstkritiek wil de kunstkritische dialoog over de landsgrenzen heen bevorderen en een brede kijk op de problematiek verzekeren. Kunstkritiek kan als handboek gebruikt worden binnen verschillende academische opleidingen. Bovendien is het een echte aanrader voor professionals binnen het (culturele) veld. Kortom, dit is hét boek bij uitstek voor iedereen die graag leest, nadenkt, schrijft of praat over kunst en kunstkritiek. Bron : http:/www.boekenbank.be

art criticism --- kunstkritiek --- Aesthetics of art --- Art criticism --- Belgium --- History --- 20th century --- Netherlands --- 21st century --- Art critics --- Academic collection --- 7.01 --- Kunsttheorie ; België ; Nederland ; 1985-2010 --- 625 Beeldende kunst --- kunst --- vandalisme --- Newman Barnett --- fotografietheorie --- fotografie --- Mannaerts Valérie --- Eyberg Sylvie --- Biennale di Venezia --- Biënnale van Venetië --- Martens Renzo --- kunstmarkt --- eenentwintigste eeuw --- twintigste eeuw --- Nederland --- België --- kunsttheorie --- Critics --- Art --- Arts --- Criticism --- Public opinion --- Kunst ; theorie, filosofie, esthetica --- Analysis, interpretation, appreciation --- departement Beeldende Kunst 11 --- Kunsten --- Geschiedenis --- Critici --- Journalistiek --- Kunst --- Criticus --- Geneeskunde --- Techniek (wetenschap) --- Atlas --- Museum --- Vietnam --- Zuid-Afrika --- Kust --- Reizen --- Ziekte --- Vliegen (werkwoord) --- Literatuur

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Inleiding 1. Taal : Taalgebruik - Taalsystematiek - Spelling - Het woordenboek 2. Wiskunde : Getallen - Optellen - Aftrekken - Vermenigvuldigen - Delen - Breuken - Kommagetallen - Verhoudingen - Procenten - De rekenmachine - Tijd - Geld - Grafieken en tabellen - Meten en metend rekenen - Meetkunde 3. Geschiedenis : De Oudste Tijden - De Oudheid - De Middeleeuwen - De Nieuwe Tijd - De Nieuwste Tijd - De eigen Tijd 4. Samenleving : De overheid - België, Europa en de wereld - Belastingen - Politie - De Procureur des Konings - Rechtspraak 5. Aardrijkskunde : Kaarten - België - Europa - De Wereld 6. Ruimte, aarde, milieu : Het heelal - Weer en klimaat - De bodem - Een ecologische kringloop - De relatie tussen mens en milieu 7. Natuur : Planten - Dieren - De mens 8. Natuurkunde en techniek : Kracht en energie - Magnetisme en elektriciteit - Licht - Geluid - Vaste stoffen, vloeistoffen en gas - Technische toepassingen 9. Verkeer : Wat is verkeer? - Voetgangers - Fietsers - Voorrang - Verkeerstekens - Passagiers 10. Frans : Uitspraak - Grammatica - Woordenschat

lager onderwijs 3de graad (doelgroep) --- Didactics of primary education --- basisonderwijs --- eindtermen --- 470 --- Aardrijkskunde --- Basiskennis (Basisvaardigheden) --- Frans --- Geschiedenis --- Jeugdencyclopedieën --- Lager onderwijs --- Natuur --- Natuurkunde --- Sociologie --- Taal --- Techniek --- Verkeer --- Wereldoriëntatie --- Wiskunde --- 041 --- 475.2 --- 475.34 --- 475.4 --- 476 --- 478.2 --- Aarde --- Afval --- Basisonderwijs --- Belastingen --- Bodem --- Democratie --- Dieren --- EHBO --- EU --- Elektriciteit --- Energie --- Europa --- Fietsers --- Gassen --- Geld --- Geluid --- Gemeente --- Gezondheid --- Grafieken --- Handboek --- Heelal --- Klimaat --- Kometen --- Kommagetallen --- Kracht --- Lichaam --- Licht --- Magnetisme --- Meetkunde --- Melkwegstelsel --- Mens --- Meten --- Metend rekenen --- Moedertaal --- Naslagwerk --- Nederlands --- Parlement --- Planeten --- Planten --- Politie --- Politiek --- Procenten --- Provincie --- Rechtspraak --- Recyclage --- Regering --- Rekenen --- Rekenmachine --- Spelling --- Taalsystematiek --- Tijd --- Transport --- Vaste stoffen --- Verenigde Naties --- Verkeersborden --- Verkiezingen --- Vloeistof --- Voetgangers --- Weer --- Woordenboek --- Zonnestelsel --- 475 ) * INSTRUMENTELE EN CULTURELE VAARDIGHEDEN - O.N. --- aardrijkskunde --- biologie --- fysica --- geschiedenis --- lager onderwijs --- leerinhouden --- rekenen --- verkeer --- Aardrijkskunde ; basisonderwijs --- Eindtermen ; basisonderwijs --- Frans ; basisonderwijs --- Geschiedenis ; basisonderwijs --- Natuureducatie ; basisonderwijs --- Natuurkunde ; basisonderwijs --- School - werk --- Taal ; basisonderwijs --- Techniek ; basisonderwijs --- Verkeersonderwijs ; basisonderwijs --- Wiskunde ; basisonderwijs --- Basisonderwijs; Vlaanderen --- Eindtermen --- Encyclopedieën --- Leerinhouden --- Basisonderwijs ; didactiek --- Encyclopedische werken van algem. inhoud --- Taalonderwijs; Nederlandse taal --- Franse taal --- Wereldoriëntatie en kennisgebieden --- Verkeersopvoeding --- (zie ook: geleiding) --- (zie ook: realistische wiskunde) --- 475 ) * INSTRUMENTELE EN CULTURELE VAARDIGHEDEN - O.N --- Fysica --- Leerinhoud --- Geneeskunde --- Techniek (wetenschap) --- Atlas --- Museum --- Dialect --- Etymologie --- Fonetiek --- Idioom --- Zinsleer --- Linguïstiek --- Vlaams --- Vlaanderen --- Emigratie

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Aesthetics of art --- Art --- art criticism --- art theory --- philosophy of art

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

This thesis explores the innovative collaboration between the Rubey platform and the Royal Museum of Fine Arts Antwerp. Through the tokenization of the artwork Carnaval de Binche of James Ensor, this platform made it possible for investors to purchase “Art Security Tokens” within this artwork and become – at least from an economic point of view – co-owners of it. It is the first time that the idea of fractional ownership crosses over to the museum field and has taken shape as an explicit partnership. The tokenized artwork will be held on public display in this museum for ten years. The research question of this thesis aims at exploring how this implementation of fractional ownership – a practice that originated within the art market fueled by an increased ‘financialization’ and ‘assetization’ of art – can possibly make a valuable contribution to European museum's collection policies which are often severely restrained by a tight acquisition budget. The first two chapters contextualize this “Assetization of Art on an Institutional Level” by providing a theoretical background to both art investments and museological challenges. They respectively discuss the ‘assetization’ and ‘financialization’ of art and provide a ‘helicopter’ perspective to these challenges. Subsequently, this thesis has the aim of bridging the ‘gap’ between these apparent different spheres. It introduces the main concepts related to this new practice, followed by a brief history of art investment platforms and the actual case study. Within this case study, the ambitions of the Rubey platform – democratizing art investments, publicly disclosing artworks in private hands, and empowering museums – are set out. An answer to the research question is provided by synthesizing the theoretical explorations of the first chapters with the expectations of the various stakeholders that were extracted from interviews. It is concluded that this new practice offers an alternative way of generating funds for (temporary) collection expansion, can contribute to the disclosure of cultural heritage in private hands, and fits within the museum's ambition of creating dynamic museum collections, community-building projects, and art historical research projects. However, as this project encompasses a financial investment component – and Rubey aims at actively managing their assets by promoting the collaborating museum – the exhibition of this particular asset within a prestigious museum like the Royal Museum of Fine Arts will probably lead to a value increase of this artwork, as is backed up with findings from the field of economic sociology. This raises questions about the role of a museum and the use of the public space for the financial benefit of a few, upon which is reflected further. As we find ourselves only at the beginning of this partnership, it is not yet possible to formulate definitive conclusions. Therefore, a follow-up study midway through or at the maturity date would be a useful addition to this exploratory thesis. It will be interesting to follow up on whether a project like this finds resonance with other museums. Given the fact that it encompasses an innovative way of financing collection expansion, fits within the increased entrepreneurial spirit of European museums, and is fueled by the quick expansion of blockchain technologies, it is likely that this is the case.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Deze masterproef is een eerste kennismaking met het leven en werk van Mayou Iserentant-Halkin (1903-1978). Tot nu toe ontbreekt elk onderzoek naar de kunstenares, op enkele beknopte biografieën na, die ontstonden als zijspoor van onderzoek naar kunstenaars en auteurs in haar vriendenkring. Haar persoonlijke en artistieke parcours zijn nochtans uitgebreid te reconstrueren aan de hand van handgeschreven brieven, kranten en tijdschriften. Bovendien is haar oeuvre op grote schaal bewaard en gefotografeerd door haar erfgenamen. Mayou – officieel Marie-Claire – werd geboren in een Luikse artsenfamilie, een warm en ondersteunend nest, maar zonder de juiste connecties in de kunstwereld. Als tiener kreeg ze een artistieke opleiding, maar het blijft onduidelijk of ze die ooit voortzette in het privéatelier van een kunstenaar. Ze huwde met advocaat Victor Iserentant en werd op jonge leeftijd moeder van twee, wat ze maar moeilijk kon combineren met een carrière. Door die moeilijke start vond ze pas in 1930 het zelfvertrouwen voor een eerste solotentoonstelling. Haar bruisende sociale leven tussen Brusselse kunstenaars en intellectuelen bracht haar wel in contact met onder meer Edgard Tytgat, Léon Spilliaert en Paul Delvaux. Via kleine kunstenaarskringen en galerieën bouwde ze in de jaren ‘30 een bescheiden tentoonstellingscarrière op. Zo verkocht ze haar werk aan een select cliënteel, maar bij kunstcritici, in musea en bij de overheid bleef de erkenning voor haar kunst beperkt. Vanaf 1932 huurde ze wellicht voor kortere periodes een atelierwoning in Parijs, waar ze vanaf 1934 af en toe tentoonstelde. Daar ontmoette ze onder meer kunstenaars Marie Laurencin, André Dunoyer de Segonzac en Luc-Albert Moreau. Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog liet ze België achter zich en vluchtte ze voor twee jaar met haar gezin naar Montpellier. Vanaf 1942 vestigde ze zich definitief in Parijs, waar ze tot het einde van de oorlog bijkluste in de kunsthandel, zelf kunst verzamelde en lesgaf. Na de oorlog ruilde ze Parijs deeltijds in voor een landelijk buitenverblijf in randgemeente Vaux-le-Pénil, waar ze bleef schilderen en onder meer Hundertwasser ontmoette. Omdat ze op korte tijd haar dochter en schoonzoon verloor, zocht ze minder vaak het publieke leven op. Behalve enkele aankopen door overheidscollecties bleef haar werk ook in Frankrijk vrij onbekend en onbemind. Iserentants ingetogen portretten, landschappen en interieurs worden meestal gesitueerd in de ‘animistische’ school. Dat -isme was geen echte groep, maar vooral een uitvinding van conservatieve critici, die in het maatschappelijk klimaat van verrechtsing in de jaren ’30 een tegenpool zochten voor het ‘te radicale’ expressionisme en surrealisme. Omdat haar artistieke roots net erg expressionistisch waren, distantieerde ze zich vurig van die categorisering. In de jaren ’30 maakte ze een handelsmerk van kleurrijke interieurs als decor voor één of meer centrale personages, van bruidsparen tot stervende mensen, van ballerina’s tot mimespelers. Ze baden in een sfeer die tegelijk intiem en onbehaaglijk is. Achter het kleinste detail – een vogelkooi, een zwarte ketting… - schuilde vaak een symbolische dubbele bodem. Vanaf 1935 gooide ze alle registers open met referenties naar de literatuur, het Nieuwe Testament en maatschappijkritische thema’s. Toch voelt het grootste deel van haar oeuvre aan als een fotoalbum, met snapshots van haar gezin, haar huisdieren en haar vele vakanties.