Narrow your search

Library

KU Leuven (1)


Resource type

dissertation (1)


Language

Dutch (1)


Year
From To Submit

2020 (1)

Listing 1 - 1 of 1
Sort by

Dissertation
Een wereld naar Gods plan. Duurzaamheid in een religieuze ontwikkelings-ngo, 1968-1994.
Authors: --- ---
Year: 2020 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Helpt helpen en zijn alle vormen van ontwikkelingshulp op lange termijn even waardevol? Het antwoord op die vragen wordt betwist. Volgens onderzoekers in de jaren tachtig waren ngo’s de beste hulpverleners, maar een decennium later verloren ze die status reeds. Rond de eeuwwisseling kregen specifiek religieuze ngo’s (faith-based organisations) opnieuw een positieve beoordeling. Toch blijft de scepsis over het nut van ontwikkelingswerk bestaan, zeker nu de vraag wordt gesteld of een vorm van ontwikkelingshulp die naar een westerse levensstandaard leidt wel gerechtvaardigd is, gezien de schadelijke ecologische effecten ervan. Economen en sociale wetenschappers hebben al veel inkt laten vloeien over evaluaties van ontwikkelingswerk, maar vergeten daarbij vaak een historische dimensie. Daardoor lijken ngo’s en faith-based organisations uit het niets te ontstaan en wordt voorbijgegaan aan hun evoluerende visies op ontwikkelingswerk. Onder andere hun veranderende kijk op het concept duurzaamheid blijft op die manier onderbelicht. In het debat over wat religieuze ngo’s typeert is dan ook nog geen consensus gevonden. Deze masterproef focust op de evoluties in het discours van een religieus geïnspireerde ontwikkelings-ngo, met name Broederlijk Delen, tussen 1968 en 1994. Zij stelt de vraag hoe diens visie op duurzame ontwikkeling is geëvolueerd en wat de rol van christelijke ideeën was voor de invulling van dat concept. De masterproef plaatst het discours van de ngo steeds tegen de achtergrond van bredere trends in ontwikkelingswerk. Zij doet dat aan de hand van een gecombineerde semasiologische en onomasiologische discoursanalyse op zowel archivalisch als gepubliceerd materiaal van Broederlijk Delen. Belangrijk daarbij is aandacht voor intertekstualiteit. In het discours van Broederlijk Delen kunnen ruwweg twee vormen van duurzaamheid onderscheiden worden. Enerzijds was dat structurele duurzaamheid die veronderstelde dat projecten een impact hadden op lange termijn doordat ze vanuit de gemeenschappen zelf gedragen werden en internationale verhoudingen beïnvloedden. Bewustwording van het Globale Zuiden en een mentaliteitsverandering in het Westen waren daarvoor cruciaal. Anderzijds was er een ecologische invulling, die in grote mate verder bouwde op de doelstellingen van de structurele duurzaamheid, maar een bezorgdheid om het milieu toevoegde. Mentaliteitswijziging door versobering vanuit een morele bekommernis was opnieuw het uitgangspunt, en de mate waarin ngo’s daar succesvol in zijn moet dus meegenomen worden in de beoordeling van hun waarde als hulpverleners. Het religieuze gedachtegoed was cruciaal om beide vormen van duurzaamheid betekenis te geven en te legitimeren naar de achterban. De opkomst van een seculier thema als milieubehoud deed dan ook geen afbreuk aan het religieuze karakter van Broederlijk Delen, integendeel, het religieuze karakter werd erdoor versterkt. Wel is het belangrijk op te merken dat het een specifiek linksgeoriënteerde christelijke inspiratie was die Broederlijk Delen beïnvloedde. De vaststellingen zeggen dus niets over “de religieuze ngo” in het algemeen. Kernwoorden: ontwikkelings-ngo’s, christendom, duurzaamheid, mentaliteitswijziging, bewustmaking.

Keywords

Listing 1 - 1 of 1
Sort by