Listing 1 - 6 of 6 |
Sort by
|
Choose an application
témoignage --- conversion --- science --- radicalisation --- intégrisme --- violence et terrorisme --- François Hollande --- victimes --- déradicalisation
Choose an application
Choose an application
genetic engineering --- genetic engineering --- Transgenic animals --- Transgenic animals --- Transgenic plants --- Transgenic plants --- legislation. --- legislation --- Ethics --- Ethics --- public health --- public health
Choose an application
paléontologie --- géologie --- créationnisme --- le Vatican --- thriller
Choose an application
In deze thesis wordt nagegaan op welke manier de Belgische media reflecteerden over, en uiting gaven aan een hoofdstuk uit een van de meest spraakmakende verhalen uit de Belgische samenleving: de voorwaardelijke invrijheidstelling (VI) van Michelle Martin. Om de totaliteit van de Belgische media in kaart te kunnen brengen werd ervoor gekozen een corpus aan te leggen waarin de belangrijkste spelers binnen de gesproken en de geschreven media werden betrokken. Concreet wil dat zeggen dat er zowel Nederlandstalige als Franstalige kranten (De Standaard, Het Nieuwsblad, Het Laatste Nieuws, De Morgen, De Tijd, Het Belang van Limburg, Gazet van Antwerpen, La Libre Belgique, La Dernière Heure, Le Soir, La Meuse, L'Echo), alsook Nederlandstalige en Franstalige zenders (VTM, VRT, RTBF, RTL) in het onderzoek werden opgenomen. Het corpus werd vervolgens aan een kwalitatief-interpretatieve analyse onderworpen, maar waar nodig werden die interpretaties onderbouwd met een kwantitatieve-comparatieve analyse. Na de analyse van het corpus konden zes frames geïdentificeerd worden: stranger danger, slachtoffer, het falen van justitie, het falen van de katholieke kerk, het falen van politici en de media als fellow traveler. Drie daarvan waren zestien jaar daarvoor ook al aanwezig in de berichtgevingen van de pers over de zaak Dutroux. Uit de coherentie van de frames bleek dat de berichtgevingen gepresenteerd werden aan de hand van een tegenstelling die terug te brengen is tot het traditionele, culturele frame van dader(s) versus slachtoffer(s), of van helden versus schurken. Tot de categorie van de helden behoren dan de nabestaanden - die door de bevolking op handen worden gedragen - en de media. Onder de schurken dient in de eerste plaats Michelle Martin zelf gerekend te worden, maar ook de politici, de zusters van Malonne, en leden van justitie. De bespreking van de frames in de berichtgeving over de voorwaardelijke invrijheidstelling van Martin tonen aan dat de Belgische media - op enkele individuele verschillen na - vaak aandacht besteedden aan dezelfde elementen. Die elementen zijn opgebouwd rond het gegeven dat Michelle Martin door haar daden in het verleden nog steeds aangezien werd als een gevaar voor de maatschappij en dat zij bijgevolg niet welkom was in die samenleving. Haar aanvraag tot een voorwaardelijke invrijheidstelling werd door de bevolking en de nabestaanden van de slachtoffers ervaren als iets wat nog veel te vroeg kwam, aangezien de wonden ten gevolge van haar daden nog steeds niet volledig waren geheeld. De gebeurtenissen en de veelvuldige media-aandacht die eraan besteed werd, zorgden er onder meer voor dat heel wat emoties - en dan vooral woede en ongeloof - werden losgemaakt bij mensen. Uit het onderzoek bleek onder meer dat alle Belgische media (op VRT, La Libre Belgique en L'Echo na) meer nadruk legden op woorden die te maken hebben met het semantische veld van vrijlating dan het semantische veld van voorwaardelijke invrijheidstelling. Dat zou mogelijk een verklaring kunnen zijn voor het gegeven dat veel mensen de voorwaardelijke invrijheidstelling van Michelle Martin aanvoelden als een vrijlating, hoewel die begrippen in strikt juridische zin niet hetzelfde betekenen. Maar het zou mogelijk ook kunnen aangeven dat de media inpikten op de publieke opinie door er in die zin over te berichten.
Choose an application
Listing 1 - 6 of 6 |
Sort by
|