Listing 1 - 5 of 5 |
Sort by
|
Choose an application
Het pedagogisch handelen van de leraar wordt vanuit verschillende invalshoeken bekeken : het eigen beroepsbeeld, de individuele leerling, het groepsproces, de leraar als persoon en de de schoolomgeving.
Teacher education. Teacher's profession --- Didactics --- Primary education --- intercultureel onderwijs --- pedagogisch klimaat --- lerarenopleiding --- basisonderwijs --- didactiek --- differentiatie --- 474.23 --- 433 --- 474.22 --- Basisonderwijs --- Didactische werkvormen --- Groepswerk (Werken in groepen) --- Klasmanagement --- Klassfeer --- Kringgesprek --- Leraren (Kleuterleid(st)ers, Leerkrachten, Onderwijzers) --- Lerarenopleiding --- Onderwijsstijlen --- Relatie leraar-leerling --- Relatie ouders-school (Ouderparticipatie) --- Diversiteit --- Groepsgedrag --- Klassenmanagement --- Leerlijnen --- Leraren --- Ouderparticipatie --- Pedagogisch klimaat --- Schoolorganisatie --- Groepsgesprek --- 473.7 --- Klasbeheer --- Klasgeest --- Klasklimaat --- Onderwijsstrategieën --- 081571.jpg --- Basisonderwijs ; didactiek --- didactiek basisonderwijs - didactische principes, differentiatie, leerlingbegeleiding, motivatie, totaliteitsonderwijs --- Opvoeding in de praktijk --- Lerarenbegeleiding --- Schoolmanagement --- Leerlijn --- Leraar --- Jongere --- Directie
Choose an application
Kiemarme voeding is één van de maatregelen die patiënten met een verminderde immuniteit moet beschermen tegen mogelijke voedselinfecties. De patiënt volgt een kiemarm dieet waarbij het gebruik van voedingsmiddelen met een verhoogd infectierisico wordt vermeden. Daarnaast is het ook zeer belangrijk dat in de afdelings- en centrale ziekenhuiskeukens wordt gewerkt volgens een HACCP-plan om besmetting van voedsel te voorkomen. Er bestaan nog steeds geen eenduidige richtlijnen over het kiemarme dieet. Literatuurstudie in dit eindwerk toont aan dat het nut van kiemarme voeding nog onvoldoende is bewezen. Het is belangrijk dat de meest efficiënte dieetrichtlijnen voor deze groep patiënten wordt bepaald zodat overbodige dieetbeperkingen kunnen worden vermeden. Deze patiënten hebben namelijk geen baat bij te strenge dieetbeperkingen. In Vlaamse ziekenhuizen werden de bestaande richtlijnen omtrent kiemarme voeding nog niet met elkaar vergeleken. In dit onderzoek worden de richtlijnen rond kiemar
Choose an application
Kiemarme voeding is één van de maatregelen die patiënten met een verminderde immuniteit moet beschermen tegen mogelijke voedselinfecties. De patiënt volgt een kiemarm dieet waarbij het gebruik van voedingsmiddelen met een verhoogd infectierisico wordt vermeden. Daarnaast is het ook zeer belangrijk dat in de afdelings- en centrale ziekenhuiskeukens wordt gewerkt volgens een HACCP-plan om besmetting van voedsel te voorkomen. Er bestaan nog steeds geen eenduidige richtlijnen over het kiemarme dieet. Literatuurstudie in dit eindwerk toont aan dat het nut van kiemarme voeding nog onvoldoende is bewezen. Het is belangrijk dat de meest efficiënte dieetrichtlijnen voor deze groep patiënten wordt bepaald zodat overbodige dieetbeperkingen kunnen worden vermeden. Deze patiënten hebben namelijk geen baat bij te strenge dieetbeperkingen. In Vlaamse ziekenhuizen werden de bestaande richtlijnen omtrent kiemarme voeding nog niet met elkaar vergeleken. In dit onderzoek worden de richtlijnen rond kiemarme voeding door middel van een enquête met elkaar vergeleken. Uit het onderzoek blijkt dat in 7 van de 8 deelnemende Vlaamse ziekenhuizen kiemarme voeding wordt gegeven aan bepaalde groepen patiënten. Uit de resultaten van deze enquête kan men besluiten dat de richtlijnen omtrent kiemarme voeding in Vlaamse ziekenhuizen in grote lijnen met elkaar overeenkomen. Low bacterial food is one of the measures taken to protect against possible food infections in patients who suffer from a decreased immunity. The patient follows a low bacterial diet in which the use of food with an increased infection risk is being avoided. In addition it is also very important that in department and central hospital kitchens is being worked by following a HACCP-schedule in order to avoid the contamination of food. Univocal guidelines for the use of a low bacterial diet are still not available. Literature study in this thesis shows that the benefit of low bacterial food is insufficiently prov...
Choose an application
Spatial language is a fascinating subdomain of natural language understanding. We, as humans, learn about the spatial structures of the physical world since the day we are born. Throughout all of our experiences, we build up a lot of commonsense knowledge. This kind of knowledge is learned implicitly, and that is why machine systems struggle to capture such knowledge. Spatial language understanding is thus very challenging for machines. At the same time, pre-trained language models such as BERT and RoBERTa are used increasingly in various downstream natural language processing applications, such as dialogue systems and machine translation. They are trained on huge datasets, that allow them to learn the structures of natural language. During this training, the models also encounter a lot of factual knowledge. Research shows that this factual knowledge is captured by the language models. However, there has been limited research to the abilities of such pre-trained language models to capture commonsense knowledge. In this thesis, we investigate the ability of the pre-trained language model RoBERTa to perform spatial reasoning, both in a zero-shot evaluation manner as after finetuning. Since spatial reasoning requires a lot of commonsense knowledge, this investigation will give us some insight into the ability of the language models to capture commonsense information. We also want to study the influences of aspects such as increasing the number of objects specified in the context information, using real-life objects compared to geometrical figures, and adding additional context information. To do this, we constructed a new dataset containing qualitative spatial relations. We created this dataset based on the images of the COCO dataset. We found that the pre-trained language model RoBERTa is not able to perform spatial reasoning without additional fine-tuning, regardless of the studied influences (adding more objects to the context information, using real-life objects or geometrical figures, and adding additional information to the context). After fine-tuning, the model is able to achieve high accuracy and consistency, which shows that the task is learnable. We also observe that adding additional information to the context improves the accuracy of the fine-tuned model. This suggests that the model is capable of distilling useful knowledge from this additional information.
Choose an application
Listing 1 - 5 of 5 |
Sort by
|