Narrow your search

Library

KBR (5)

KU Leuven (4)

UCLL (4)

VDIC (4)

Arteveldehogeschool (1)

UAntwerpen (1)

UCLouvain (1)

ULiège (1)

VUB (1)


Resource type

book (11)

digital (4)

dissertation (3)


Language

Dutch (10)

French (5)

English (3)


Year
From To Submit

2019 (1)

2018 (4)

2016 (4)

2015 (5)

2009 (1)

More...
Listing 1 - 10 of 18 << page
of 2
>>
Sort by

Book
The discursive construction of the dying subject : mapping the complexity of an end-of-life care context
Author:
Publisher: Brussel VUBPRESS

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract


Dissertation
Cortical reorganization of adult mouse visual cortex following monocular enucleation
Authors: ---
ISBN: 9789086492312 Year: 2009 Publisher: Leuven Katholieke Universiteit Leuven

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De visuele cortex van zoogdieren is zowel anatomisch als fysiologisch onvolgroeid bij de geboorte en ontwikkelt geleidelijk gedurende de eerste weken en maanden erna. Hoewel de initiele organisatie van neuronale netwerken gedirigeerd wordt door een waaier van moleculen die axonen geleiden naar hun doelstructuren, zou de postnatale verfijning afhankelijk zijn van neuronale competitie gedreven door reeds bestaande circuits of vroege sensorische belevenis. Het leeuwendeel van deze netwerk-verfijning zou gebeuren gedurende de zogenaamde kritische periode, wanneer netwerken zeer gevoelig zijn voor sensorische input. Sinds het pionierswerk van Hubel en Wiesel in de jaren 60 heeft onderzoek op kat, aap en mens geleid tot de theorie dat buiten deze kritische periode de hersenen slechts een beperkt vermogen tot reorganisatie behouden en bijgevolg zowel structureel als functioneel stabiel zijn. Actueel onderzoek in knaagdieren ontkracht dit echter door aan te tonen dat specifieke behandelingen in staat zijn om corticale plasticiteit in volwassen dieren te herintroduceren. Het doel van ons onderzoek was om deze adulte corticale plasticiteit in detail te onderzoeken aangezien kennis van de mechanismen die aan de basis liggen van deze levenslange capaciteit tot herstel van functie, veelbelovende perspectieven bieden in de ontwikkeling van nieuwe therapiën voor herstel na letsels aan het visuele systeem. Hoewel de muis lang genegeerd werd in dit soort onderzoek aangezien het een nachtdier is en in tegenstelling tot hogere zoogdieren de typische columnaire organisatie ter hoogte van de cortex ontbeert, werd het muis visueel systeem recent toch algemeen aanvaard als model systeem. Dit voornamelijk omwille van het enorme potentieel dat genetische modificatie met zich meebrengt in het ophelderen van cellulaire en moleculaire mechanismen die aan de basis liggen van hersenplasticiteit. Ondanks deze recente populariteit bestaat er echter geen eensgezindheid over de structurele en functionele organisatie van muis visuele cortex en is er dringend nood aan een eenduidige atlas als leidraad voor verdere plasticiteitsstudies. Wij opteerden voor een eenvoudige opdeling gebaseerd op monoculaire en binoculaire inputs. Hoofdstuk 2 beschrijft onze eerste poging om deze gescheiden input in de visuele cortex te onderzoeken via tracer injectie in een oog van een adulte muis. Maar hoewel dit interessante informatie opleverde over subcorticale visuele doelstructuren, werd het beoogde doel van deze study niet gehaald. De combinatie van deprivatie van een oog en stimulatie van het andere om hun connecties in de visuele cortex te visualiseren bleek succesvol. Zoals beschreven in Hoofdstuk 3 werden activiteitspatronen gedetecteerd via in situ hybridisatie voor zif268, een transcriptiefactor die snel opgereguleerd wordt na sensorische stimulatie. Om de volledige omvang van de corticale regio die visuele informatie verwerkt te achterhalen, werd de cortex van muizen geanalyseerd waarbij beide ogen chirurgisch verwijderd werden met als gevolg volledige lichtdeprivatie en het ontbreken van spontane retinale activiteit. Enucleatie van enkel het rechter oog liet ons toe de oog-specifieke onderverdelingen in deze visuele cortex te identificeren. Samengevat bestond muis visuele cortex uit een duidelijk afgelijnde binoculaire zone over de grens van primaire en laterale secundaire cortex omgeven door monoculair gedreven cortex met binoculair gedreven cellen ter hoogte van anteromediale coordinaten. Bovendien bleven laterale en mediale extrastriate cortex lichtjes geactiveerd na enucleatie omwille van een blijvende niet-visuele input. Aangezien er in de literatuur reeds aanwijzingen waren voor oculaire dominantie shifts in volwassen dieren, was het doel van het werk gepresenteerd in Hoofdstuk 4, deze adulte reorganisatie in detail te onderzoeken en een tijdslijn op te stellen waarbinnen ze optreedt. Door de bevindingen uit voorgaand hoofdstuk te gebruiken als referentiemap, hebben we bepaald in welke mate deze functionele onderverdelingen van de visuele cortex een bijdrage leveren tot corticale reorganisatie die optreedt na enucleatie, wederom door middel van in situ hybridisatie voor het activiteits-reporter gen zif268. Deze reorganisatie bleek zich te voltrekken in twee stappen, waarvan de eerste gekarakteriseerd werd door de uitbreiding van het supragranulaire binoculaire deel van V1 en V2L, gebaseerd op de verspreiding van de hoge zif268 expressie vanuit meest centrale visuele cortex richting periferie. Deze supragranulaire reactivatie vond eerst plaats ter hoogte van monoculaire primaire cortex, 3 weken na enucleatie en na 5 weken vertoonde ook de extrastriate cortex activiteitsherstel. De tweede stap bestond uit reactivatie van de infragranulaire lagen en werd geïnitieerd aan de grens van visuele cortex met naastliggende niet-visuele cortex. Met uitzondering van V2L gebeurde dit niet voor 5 weken na enucleatie en ging het gepaard met hyperactivatie van naastliggende niet-visuele cortex. Aangezien dit infragranulair herstel niet geobserveerd werd bij het meten van visueel uitgelokte reacties of via in situ hybridisatie voor de activiteitsmerker arc, en aangezien deze diepe reactivatie bovendien startte aan de grens met niet-visuele cortex en begeleid werd door een hyperactivatie van deze gebieden, besloten we mogelijke niet-visuele bijdrage aan dit herstel te onderzoeken. Ten einde deze hypothese te testen combineerden we monoculaire enucleatie met de inactivatie van het gespaarde oog of een tweede sensorische modaliteit. Dit gebeurde via het knippen van de grote snorharen of het immobiliseren van de cochlea om auditieve input te beperken. Zowel het uitblijven van deactivatie van de gehele visuele cortex bij enucleatie van het resterende oog als de sterke effecten van de auditieve en somatosensorische deprivatie op de infragranulaire visuele cortex bevestigden onze theorie van niet-visueel gedreven reorganisatie. Dus, niet alleen bewezen we niet-visuele input in extrastriate visuele cortex aangezien binoculaire enucleatie hier een residueel signaal tot gevolg had, we verzamelden ook een substantiele hoeveelheid aanwijzingen voor gedeeltelijke niet-visueel gedreven reactivatie van visuele cortex. Ten eerste, in contrast met de supragranulaire expansie van de binoculaire zone, bleek infragranulair herstel geïnitieerd te worden ter hoogte van de grens met niet-visuele cortex en gepaard te gaan met een hyperactivatie van deze auditieve en somatosensorische gebieden. Ten tweede, bevestigde vergelijking met een voorgaande studie over arc expressie in monoculair gedepriveerde dieren onze hypothese. Ten derde, had enucleatie van het gespaarde oog na 7 weken monoculaire enucleatie geen terugval naar basale zif268 levels tot gevolg, zoals we zouden verwachten indien het herstel puur visueel gedreven zou zijn. En tenslotte, resulteerde deprivatie van zowel somatosensorische als auditieve input in een sterke daling in activiteit ter hoogte van de infragranulaire visuele lagen. Ons onderzoek in adulte muizen suggereert dus cross-modale plasticiteit in dit populaire diermodel en vraagt om een diepgaande studie van de moleculaire mechanismen die aan de basis liggen van deze vorm van corticale plasticiteit. The visual cortex of mammals is immature at birth, both anatomically and physiologically, and develops gradually in the first weeks and months of postnatal life. Although the initial organization of neural circuits relies on a variety of molecular cues that guide axons to appropriate target structures, the final specification of patterned connections is widely held to depend on patterns of competitive neuronal activity, generated either by circuits intrinsic to the developing brain or by early experience. Much of this sculpting of neuronal connections is thought to occur during so-called critical periods, when circuits are particularly susceptible to external sensory inputs. Since the pioneering work of Hubel and Wiesel in the ’60, research in cat, monkey and humans has led to a central dogma that beyond this critical period the brain only retains a reduced capacity for such sensory-driven reorganization, likely to lend structural and functional stability to the adult cortical circuitry. Current work in rodents however challenges this view since specific treatments are capable of reinstating substantial cortical plasticity in the adult. The goal of our work was to study this adult cortical reorganization in detail, since knowledge of the mechanisms of life-long recovery of function holds great promise towards the development of new therapies for rehabilitation and recovery from visual system injuries. Although the mouse has long been ignored in this type of research because of its poor visual acuity and lack of cortical columnar organization, it has been recently introduced as model system, mainly because of the potential targeted gene disruption and transgene expression holds to advance our understanding of the cellular and molecular mechanisms involved in brain plasticity. However in spite of its recent popularity, no consensus exists about the mouse visual system structural and functional organization. Clearly a comprehensive study was needed in which visual activity patterns of different regions in mouse cerebral cortex are mapped to set the stage for future studies of cortical plasticity in the mouse. We therefore opted to use a very simple visual subdivision based on monocular and binocular inputs. In Chapter 2 we first attempted to examine this segregated input into the visual cortex through tracer injections into one eye of adult mice. However, while providing interesting information on subcortical visual targets, the main goal of this study was not reached. A combination of deprivation of one eye and stimulation of the remaining eye to identify its input in visual cortex proved to be more succesfull. As described in Chapter 3, the screening consisted of the detection of zif268, an immediate early gene whose transcription is swiftly up-regulated following sensory stimulation and thus reflects stimulation-induced activity. To delineate the full extent of the cortical region processing visual information we analyzed the cortex of mice in which both eyes were surgically removed resulting in total light deprivation ànd lack of spontaneous retinal activity and thus complete inactivation of pure visually driven cortical neurons. Right eye monocular enucleation allowed the identification of eye-specific subdivisions within this visual cortex. Summarized, mouse visual cortex consisted of one well defined binocular zone located across the border of primary and lateral secondary visual area, which was flanked by monocularly driven cortex containing binocular units at anteromedial coordinates. Furthermore, both lateral and medial extrastriate cortex remained slightly activated following enucleation due to a persisting non-visual input. Since literature already suggested the occurrence of OD shifts well into adulthood, the goal of the work presented in Chapter 4 was to examine this type of cortical reorganization in detail in the mouse visual system and to provide a timeline in which it occurs. Using the information of the previous chapter as a reference map, we established to what extent each of these functional subdivisions of visual cortex take part in cortical reorganization upon enucleation by analyzing their time-dependent reactivation using in situ hybridization for the activity reporter gene zif268. Briefly, there seemed to be two waves of recovery, the first characterized by the expansion of the supragranular binocular zone of V1 and V2L as based on a spreading out of high zif268 expression from this most central region in the visual cortex outwards. This supragranular reactivation first occurred in striate monocular cortex, 3 weeks after enucleation and after 5 weeks also extrastriate cortex displayed recovery of activity in its superficial layers. The second wave affected the infragranular layers and was initiated at the outer border of the visual cortex with neighboring non-visual cortex and progressed inwards. Except for anterior V2L, it did not occur until 5 weeks post-enucleation and was accompanied by hyper-activity of the adjacent non-visual cortex. Since this infragranular recovery was not observed when measuring visually evoked responses or through in situ hybridization for the activity marker arc, and since the deeper reactivation was initiated at the border with non-visual cortex and accompanied by a hyperactivation of these extra-visual regions, we chose to explore the possibility of a substantial non-visual contribution to adult visual cortex reorganization. To test this hypothesis, we combined monocular enucleation with the inactivation of the remaining eye or a second sensory modality, either by trimming the vibrissae to limit somatosensory input or by immobilizing the cochlea to reduce auditory input. Both lack of complete visual cortex deactivation upon enucleation of the remaining eye, and strong effects of auditory and somatosensory deprivation on infragranular visual cortex confirmed our theory of non-visually driven reorganization. To conclude, not only did we find evidence for a non-visual input in extrastriate visual cortex, as binocular enucleation did not completely abolish zif268 labeling, we also gathered a substantial amount of data suggesting a partial non-visually driven restoration of cortical activity. First, in contrast to supragranular expansion of the binocular zone, infragranular recovery appeared to be initiated at the border with neighboring non-visual cortex and was accompanied by a hyperactivation of the adjacent somatosensory and auditory cortex. Second, comparison with a previous study on arc expression in monocularly deprived mice confirmed our hypothesis. Third, subsequent enucleation of the remaining eye did not result in basal zif268 levels as would be expected if recovery had been purely visually driven. And finally, deprivation of both somatosensory and auditory input, resulted in a strong decrease of activity in infragranular layers of visual cortex. Our work on adult mice thus suggests cross-modal plasticity in this popular animal model and calls for an in-depth investigation of the molecular mechanisms underlying this form of cortical plasticity. De visuele cortex van zoogdieren is zowel structureel als functioneel onvolgroeid bij de geboorte en ontwikkelt zich geleidelijk gedurende de eerste weken en maanden. De initiële organisatie van neuronale netwerken wordt gedirigeerd door een waaier van moleculen die neurieten geleiden naar hun doelstructuren, terwijl de postnatale verfijning afhankelijk zou zijn van neuronale competitie en vroege sensorische belevenis. Het leeuwendeel van deze netwerkverfijning zou gebeuren gedurende de zogenaamde kritische periode, wanneer netwerken zeer gevoelig zijn voor sensorische input. Sinds het pionierswerk van Hubel en Wiesel in de jaren ‘60 heeft onderzoek op kat, aap en mens geleid tot de theorie dat buiten deze kritische periode de hersenen slechts een beperkt vermogen tot reorganisatie behouden en bijgevolg stabiel zijn. Actueel onderzoek in knaagdieren ontkracht dit echter door aan te tonen dat specifieke behandelingen in staat zijn om hersenplasticiteit in volwassen dieren te herintroduceren. Hoewel de muis, aangezien het een nachtdier is, lang genegeerd werd in dit soort onderzoek, is sinds kort zijn visueel systeem toch algemeen aanvaard als onderzoeksmodel. Dit voornamelijk omwille van het enorme potentieel dat genetische modificatie met zich meebrengt in het ophelderen van de basismechanismen van hersenplasticiteit. Ondanks deze recente populariteit bestaat er geen eensgezindheid over de structurele en functionele organisatie van de visuele cortex van de muis en is er dringend nood aan een eenduidige atlas voor verdere plasticiteitsstudies. Wij opteerden voor een eenvoudige opdeling, gebaseerd op oogspecifieke input. Onze eerste poging om deze gescheiden input in de visuele cortex te onderzoeken, gebeurde via injectie van een tracer in het oog van een volwassen muis. Deze tracer wordt opgenomen door cellen in de retina en vervolgens getransporteerd doorheen hun uitlopers. Hoewel dit interessante informatie opleverde over eerstegraads visuele doelstructuren, werd het beoogde doel van deze studie, met name het opdelen van de visuele cortex, niet bereikt. De combinatie van inactivatie van één oog en stimulatie van het andere om beider connecties in de visuele cortex op te helderen, bleek echter wel succesvol. De oogspecifieke activiteitspatronen werden bestudeerd via expressie van zif268, een gen dat snel tot expressie komt na sensorische stimulatie. Ook de volledige omvang van de corticale regio die visuele informatie verwerkt werd zo achterhaald. Aangezien er in de literatuur reeds aanwijzingen waren voor hersenplasticiteit in volwassen dieren, onderzochten we vervolgens deze reorganisatie in detail en stelden een tijdslijn op waarbinnen ze optreedt. Door de bevindingen uit bovenstaande studie te gebruiken als referentiemap, hebben we bepaald in welke mate deze functionele onderverdelingen van de visuele cortex een bijdrage leveren tot corticale reorganisatie die optreedt na unilaterale inactivatie. Deze reorganisatie bleek zich te voltrekken in twee stappen: de eerste bleek gestuurd te worden vanuit het open oog doorheen de bovenste lagen van de cortex en de tweede vanuit de omliggende niet-visuele cortex doorheen de diepere corticale lagen. Aangezien dit herstel van de onderste lagen niet geobserveerd werd bij het meten van visueel uitgelokte reacties en deze diepe reactivatie bovendien startte aan de grens met niet-visuele cortex en begeleid werd door een hyperactivatie van deze gebieden, besloten we mogelijke niet-visuele bijdrage aan dit herstel te onderzoeken. Ten einde deze hypothese van niet-visuele reactivatie te testen, combineerden we deze monoculaire inactivatie met de inactivatie van het gespaarde oog of een tweede sensorische modaliteit. Dit gebeurde via het knippen van de grote snorharen of het immobiliseren van het slakkenhuis


Book
Communication and discourse theory : collected works of the Brussels discourse theory group
Authors: --- ---
ISBN: 9781789380545 9781789380569 9781789380552 1789380545 1789380553 1789380561 Year: 2019 Publisher: Bristol Intellect

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

This volume gathers the work of the Brussels Discourse Theory Group, a group of critical media and communication scholars that deploy discourse theory as a theoretical backbone and an analytical research perspective. The book seeks to show the value and applicability of discourse-theoretical analysis (DTA) within the field of media and communication studies, through a variety of case studies that highlight both the radical contingent nature and the hegemonic workings of media and communication practices.


Book
Een discursieve blik op burgerdeliberatie : het hoe en waarom van discoursanalyse bij deliberatieve processen
Authors: --- ---
Year: 2016 Publisher: Brussel Koning Boudewijnstichting

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De Koning Boudewijnstichting gelooft in het potentieel van discoursanalyse als methode om een dieper inzicht te krijgen in wat burgers zeggen en doen tijdens deliberatieve processen.Dit rapport is gebaseerd op de ervaringen opgedaan met de discoursanalyse van het Burgerlabo over ‘Terugbetalingen in de gezondheidszorg’ en op een methodologische rondetafel over ‘Discoursanalyse als methode in deliberatieve processen’.Het gaat in op wat discours betekent en wat discoursanalyse inhoudt en eindigt met concrete basisprincipes en aandachtspunten die als leidraad kunnen dienen bij het integreren van discoursanalyse als methode bij een deliberatief proces.

Keywords


Book
Een discursieve blik op burgerdeliberatie : het hoe en waarom van discoursanalyse bij deliberatieve processen
Authors: --- ---
Year: 2016 Publisher: Brussel Koning Boudewijnstichting

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De Koning Boudewijnstichting gelooft in het potentieel van discoursanalyse als methode om een dieper inzicht te krijgen in wat burgers zeggen en doen tijdens deliberatieve processen.Dit rapport is gebaseerd op de ervaringen opgedaan met de discoursanalyse van het Burgerlabo over ‘Terugbetalingen in de gezondheidszorg’ en op een methodologische rondetafel over ‘Discoursanalyse als methode in deliberatieve processen’.Het gaat in op wat discours betekent en wat discoursanalyse inhoudt en eindigt met concrete basisprincipes en aandachtspunten die als leidraad kunnen dienen bij het integreren van discoursanalyse als methode bij een deliberatief proces.

Keywords


Digital
BruVoices : inwoners spreken over sociale cohesie in Brussel : een discoursanalyse van 500 burgers
Authors: --- --- ---
Year: 2018 Publisher: Brussel Koning Boudewijnstichting

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Book
Solidarité et droit aux soins de santé : une analyse de discours du LaboCitoyen sur le remboursement des traitements dans les soins de santé
Authors: --- --- --- --- --- et al.
Year: 2015 Publisher: Bruxelles : Fondation Roi Baudouin,

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract


Book
Solidarité et droit aux soins de santé : Une analyse de discours du LaboCitoyen sur le remboursement des traitements dans les soins de santé
Authors: --- --- --- --- --- et al.
Year: 2015 Publisher: Bruxelles Fondation Roi Baudouin

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

1. Valeurs et conceptions de l'homme et de la société dans les discours sur la santé, les soins de santé et l'assurance-maladie : une étude de la littérature - 2. L'analyse de discours du Labocitoyen : méthodologie - 3. La santé, les soins de santé et l'étendue de l'assurance-maladie - 4. Qui doit payer pour qui et pourquoi ? - 5. Le processus décisionnel dans l'assurance-maladie - 6. Le Labocitoyen et la prise de parole citoyenne - Conclusion - Bibliographie - A propos des auteurs

Keywords


Book
Solidarité et droit aux soins de santé : Une analyse de discours du LaboCitoyen sur le remboursement des traitements dans les soins de santé
Authors: --- --- --- --- --- et al.
Year: 2015 Publisher: Bruxelles Fondation Roi Baudouin

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

1. Valeurs et conceptions de l'homme et de la société dans les discours sur la santé, les soins de santé et l'assurance-maladie : une étude de la littérature - 2. L'analyse de discours du Labocitoyen : méthodologie - 3. La santé, les soins de santé et l'étendue de l'assurance-maladie - 4. Qui doit payer pour qui et pourquoi ? - 5. Le processus décisionnel dans l'assurance-maladie - 6. Le Labocitoyen et la prise de parole citoyenne - Conclusion - Bibliographie - A propos des auteurs

Keywords


Book
Solidariteit en het recht op gezondheidszorg : Een dicoursanalyse fan het Burgerlabo over de terugbetaling van behandelingen in de gezondheidszorg
Authors: --- --- --- --- --- et al.
Year: 2015 Publisher: Brussel Koning Boudewijnstichting

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

inhoud: 1. Waarden en mens- en maatschappijvisies in discoursen over gezondhied, gezondheidszorg en ziekteverzekering : een literatuurstudie. 2. De discoursanalyse van het Burgerlabo : methodologie. 3. Gezondheid, gezondheidszorg en de reikwijdte van de ziekteverzekering. 4. Wie moet betalen voor wie en waarom ? 5. Besluitvorming in de zikteverzekering. 6. Het Burgerlabo en het discours van de burgers. Conclusie. Bibliografie. Over de auteurs.

Keywords

Listing 1 - 10 of 18 << page
of 2
>>
Sort by