Listing 1 - 10 of 12 << page
of 2
>>
Sort by

Book
Thinking between Deleuze and Merleau-Ponty
Author:
ISBN: 9780821446126 0821446126 9780821422878 0821422871 9781441181534 1441181539 Year: 2017 Volume: 51 Publisher: Athens, Ohio : Ohio University Press,

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Questioning the dominant view that Deleuze and Merleau-Ponty have little of substance in common, Judith Wambacq draws on unpublished primary sources and current scholarship in English and French to bring them into a compelling dialogue to reveal a shared concern with the transcendental conditions of thought.


Book
Thinking between Deleuze and Merleau-Ponty
Authors: ---
Year: 2017 Publisher: Athens Ohio University Press

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract


Dissertation
Geest, lichaam en cybercultuur : van Descartes tot Donna Haraway
Authors: ---
Year: 1998 Publisher: s. n. Leuven s.n.

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Book
Als een vliegende vis : over de wording van een filosoof
Authors: --- --- ---
ISBN: 9789044120356 Year: 2007 Publisher: Antwerpen/Apeldoorn Garant


Book
Denken als aandenken : vriendenboek voor Wilfried Goossens.
Authors: --- ---
Year: 2006 Publisher: Brussel K.U.Brussel

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Book
Netwerk Galerij : Handleiding 00-01.
Authors: --- --- --- --- --- et al.
Year: 2001 Publisher: Aalst : Netwerk / centrum voor hedendaagse kunst Aalst,

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Bruggink, Esther ; Geurts, Frederic ; Voet, Heidi ; Stallaert, Luk ; van Muiswinkel, Wineke ; Augustynen, Ellen ; Breugelmans, Karel ; De Bruyn, Goele ; De Decker, Koen ; Garenne, Christine de la ; Denys, Francis ; De Wilde, Johan ; Dheedene, Stefaan ; D'Hondt, Lieve ; Eggen, Ellen Ane ; Goiris, Geert ; Groner, Sagi ; Renneboog, Lucie ; Somers, Mirjam ; Van der Burght, Chris ; Wambacq, Freek ; 51N4E space producers

Keywords


Book
Netwerk Galerij : Handleiding 00-01.
Authors: --- --- --- --- --- et al.
Year: 2001 Publisher: Aalst : Netwerk / centrum voor hedendaagse kunst Aalst,

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Bruggink, Esther ; Geurts, Frederic ; Voet, Heidi ; Stallaert, Luk ; van Muiswinkel, Wineke ; Augustynen, Ellen ; Breugelmans, Karel ; De Bruyn, Goele ; De Decker, Koen ; Garenne, Christine de la ; Denys, Francis ; De Wilde, Johan ; Dheedene, Stefaan ; D'Hondt, Lieve ; Eggen, Ellen Ane ; Goiris, Geert ; Groner, Sagi ; Renneboog, Lucie ; Somers, Mirjam ; Van der Burght, Chris ; Wambacq, Freek ; 51N4E space producers

Keywords


Book
Mogen we nog verwonderd zijn? : een pleidooi voor meer kunsteducatie in het onderwijs
Authors: --- --- --- --- --- et al.
ISBN: 9789463933940 Year: 2021 Publisher: Gent Owl Press

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Kunstonderwijs is sinds jaar en dag het lelijke eendje op school. Leerkrachten die er (tegen de stroom in) voor blijven vechten, worden veelal overstemd door holle slogans over de achteruitgang van ons onderwijs ? lees: het economische rendement ervan. Voor leerlingen die niet artistiek aangelegd zijn, klinkt het, is kunsteducatie nutteloos tijdverlies. Nochtans onderschrijven experts het belang ervan voor de persoonlijkheidsontwikkeling van kinderen en jongeren. In 'Mogen we nog verwonderd zijn?' breken verschillende ervaringsdeskundigen en artiesten een lans voor het kunstonderwijs. De meerwaarde én de noodzakelijkheid ervan wordt geduid vanuit antropologische, psychologische, pedagogische, neurobiologische en filosofische hoek. Daarnaast bevat het boek ontroerende persoonlijke getuigenissen en een visie over hoe kunsteducatie op de lagere en middelbare school er zou kunnen uitzien. Een inspirerend pleidooi voor verwondering en een aanrader voor iedereen die begaan is met humaniserend onderwijs. Het boek bevat bijdragen van Dirk De Wachter, Hans Schmidt, Kris Rutten en Ronald Soetaert, Rik Pinxten, Roger Standaert, Filip Verneert, Juliette Taquet, Brigitte Dekeyzer, Judith Wambacq en Bart Devaere, en interviews met Nic Balthazar, Michaël Borremans, Alain Platel, Arne Sierens en Willem Vermandere. https://borgerhoff-lamberigts.be/boeken/mogen-we-nog-verwonderd-zijn


Dissertation
Differentie en immanentie van het denken in het werk van Maurice Merleau-Ponty en Gilles Deleuze : resonanties en divergenties tussen twee denkstijlen.
Authors: --- --- --- --- --- et al.
Year: 2007 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Hoger instituut voor Wijsbegeerte

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Dit proefschrift biedt een vergelijking van Maurice Merleau-Ponty's en Gilles Deleuzes kritiek op en hun alternatief voor het representatiedenken. Grofweg kan men stellen dat Merleau-Ponty het representatiedenken begrijpt als een bemiddelend denken, als een denken dat zich via concepten toegang verschaft tot de werkelijkheid. Het eigenlijke denken gaat hier volgens Merleau-Ponty echter aan vooraf: het is de preflectieve, doorheen het belevende lichaam geconstitueerde, verhouding tot de wereld die de voorwaarde vormt van het conceptuele, voorstellende denken. Deleuze op zijn beurt begrijpt het representatiedenken als een identiteitsdenken, als een denken dat de veelvuldigheid, singulariteit en veranderlijkheid van datgene wat het probeert te denken, miskent door het in het keurslijf te stoppen van het zelfde, het algemene en het definitieve. Concentreert Merleau-Ponty's alternatief zich met andere woorden op de immanentie van het eigenlijke denken aan de existentie, dan focust dat van Deleuze zich op de differentiële aard van het denken en van datgene wat het moet denken. Differentie en immanentie vormen dan ook de sleutelbegrippen van dit proefschrift. Wat betekent het om het zijn op te vatten als differentie ? Is er binnen deze differentiële opvatting van het zijn nog ruimte voor een eenheid van het zijn en zo ja, hoe moet deze dan worden gedacht? En hoe kan dit differentiële zijn gereflecteerd worden in het denken over dat zijn? Hoewel deze vragen in de filosofie van Merleau-Ponty nooit zo expliciet aan bod komen als in het denken van Deleuze, is het mijn overtuiging dat ze ook in het Merleau-Pontiaanse gedachtegoed een belangrijke plaats innemen. Het differentiedenken van beide filosofen komt dan ook hierin overeen dat het zijn een eigen realiteit of idealiteit krijgt toebedeeld die verschilt van zowel het abstract-conceptuele zijn als van het concrete zijn, en dat het gekenmerkt wordt door een lege kern zodanig dat het nooit is wat het is maar altijd verschilt ten opzichte van zichzelf. Beide benaderingen verschillen echter van elkaar in die zin dat Merleau-Ponty de differentialiteit van het zijn als een secundaire differentialiteit denkt, als differentie die voortkomt uit een oorspronkelijke eenheid, terwijl Deleuze in staat is de differentie als differentie te denken. Het concept van de immanentie heeft betrekking op de gedeelde natuur van het denken en datgene wat het denkt, in die zin dat het denken op een onmiddellijke manier toebehoort aan het zijn. Zoals gezegd vormt de immanentie van het denken aan de existentie de kern van Merleau-Ponty's alternatief voor het representatiedenken. Volgens Deleuze betreft het in de fenomenologie echter een valse immanentie aangezien ze twee categorieën van zijn onderscheidt - bijvoorbeeld deze van het waarnemende lichaam en van het waargenomen zijn - die weliswaar nauw verweven zijn, maar desondanks fundamenteel verschillend blijven. Deleuze daarentegen probeert de fundamentele eenheid van het zijn te handhaven zonder zijn differentialiteit te ontkennen, door het te verankeren in een uitgewerkte theorie van de ontologische genese (met daarin een centrale rol voor het concept 'intensiteit'). Ik heb onderzocht in welke mate Merleau-Ponty's filosofie onderhevig is aan Deleuzes kritiek en hoe beider specifieke invullingen van de immanentie zich verhouden tot elkaar. Deze uiteenzetting wordt besloten met een beknopte vergelijking van de kunsttheorieën van beide filosofen aangezien beide denkers aanvankelijk lijken te suggereren dat de kunst, beter dan de filosofie, in staat is weerwerk te bieden tegen de transcendentiedrang van het denken. Naast de meer algemeen-filosofische vraag naar de aard van het denken (dat voldoet aan de eis tot differentie en immanentie) vormt dit proefschrift eveneens een onderzoek naar de filosofische relatie tussen twee auteurs die doorgaans als twee radikaal verschillende, zoniet antipodische denkers, worden beschouwd. This dissertation offers a comparison of Maurice Merleau-Ponty's and Gilles Deleuze's criticism of, and their alternatives for, representational thinking. Simply stated, Merleau-Ponty understands representational thinking as a mediating sort of thinking, as a form of thinking that gains access to reality by means of concepts. According to Merleau-Ponty proper thinking precedes this: it is the prereflective relation to the world, constituted by the living body, which forms the condition of conceptual, representational thinking. Deleuze, on the other hand, conceives of representational thinking as a kind of identity thinking, as a form of thinking that denies the multiplicity, singularity and variability of that which it tries to think by putting it into the straitjacket of the same, the general and the final. In other words, Merleau-Ponty's concept focuses on the immanence of proper thinking to the existence, while Deleuze's is concentrated on the differential nature of thinking and of that which should be thought. Difference and immanence are thus the key notions of this dissertation. What does it mean to conceive being as difference ? Does this differential account of being still leaves room for the unity of being, and if so, how should this unity be thought? And how can this differential being be reflected in the thinking of that being? Although these questions are never dealt with in the philosophy of Merleau-Ponty as explicitly as in the writings of Deleuze, it is my opinion that they do play an important role in Merleau-Pontian philosophy. The conceptualization of difference of both philosophers corresponds in that, firstly, they both attribute to being a specific reality and ideality which differs from abstract-conceptual being as well as from concrete being, and secondly, that being is characterized by an empty core so that it never is what it is, but always differs from itself. Both conceptions diverge in that Merleau-Ponty understands the differentiality of being as a secondary differentiality, as a difference which originates from a preceding unity, whereas Deleuze is capable of conceiving difference as being difference. The concept of immanence refers to the shared nature of thinking and that which is being thought, in the sense that thinking belongs in an immediate way to being. As said, the immanence of being to the existence forms the heart of Merleau-Ponty's alternative for representational thinking. According to Deleuze, phenomenology introduces a false immanence because it distinguishes two categories of being - for example that of the perceiving body and that of the perceived thing - which are indeed tightly intertwined, but nevertheless fundamentally different. Deleuze, on the other hand, tries to maintain the fundamental unity of being without ignoring its differentiality, by anchoring it in an elaborate theory of the ontological genesis (with a central role reserved for the concept of intensity). I examined to what degree Merleau-Ponty's philosophy is susceptible to Deleuze's criticisms and how both authors' specific interpretation of immanence relate to each other. This discussion is concluded with a concise comparison of both philosopher's art theories since they both seem to suggest that art is capable, more than philosophy, to resist thinking's tendency toward transcendence. Beside the more general-philosophical question of the nature of thinking (which meets the needs of difference and immanence), this dissertation also addresses the issue of the philosophical relation between two authors who are usually considered as two radically different, if not antipodal, thinkers. Wat is denken? Een kritiek op de opvatting over het denken als representatie, vanuit de filosofische theorieën van Maurice Merleau-Ponty en Gilles Deleuze Wat is denken? Wat doen we juist wanneer we nadenken over iets? Descartes, en in zijn voetspoor vele andere filosofen, natuurwetenschappers en psychologen, meent dat denken neerkomt op representeren; wanneer men over de werkelijkheid nadenkt, onttrekt men zich in zekere zin aan deze werkelijkheid, teneinde er conceptuele voorstellingen van te maken en deze vervolgens in een logisch en consistent systeem onder te brengen, om zich zo uiteindelijk een begripsmatige toegang tot de werkelijkheid te verschaffen. Deze opvatting wordt door sommige hedendaagse filosofen echter zwaar onder vuur genomen. Zo betoogt Maurice Merleau-Ponty dat de toegang tot de werkelijkheid die de denker overduidelijk heeft - getuige de doorgaans probleemloze interactie van de mens met de wereld - enkel mogelijk is omdat het lichaam van de denker altijd reeds deel uitmaakt van, en als dusdanig anticipeert op, de werkelijkheid waartoe hij zich vervolgens conceptueel verhoudt. Het conceptuele en voorstellende denken berust met andere woorden op het belevende lichaam, of correcter, op het toebehoren van dit lichaam en dus van de denker aan de wereld. Het eigenlijke denken gaat dan ook niet zozeer uit van een onafhankelijk subject maar is gesitueerd in de verwevenheid van lichaam en wereld. Het eigenlijke denken is eerder greep op de wereld (met alle onbewuste, ongedetermineerde en niet-transparante aspecten vandien) dan visie op de wereld. Gilles Deleuze valt het representatiedenken aan op, aanvankelijk schijnbaar, heel andere gronden. Volgens hem schuilt onder de stelling dat denken gelijk is aan representeren een obsessie met eenheid en eeuwigheid; de denker die de werkelijkheid wil representeren, zoekt immers naar dat ene concept of die ene wet waaronder verschillende, veranderende verschijnselen (liefst voorgoed) kunnen worden gevat. Het eigenlijke denken is volgens Deleuze een denken dat wél met deze heterogeniteit en chaos overweg kan. Hij omschrijft het bijvoorbeeld als een leerproces waarin men niet zoekt naar antwoorden maar naar problemen. Dit proefschrift heeft tot doel na te gaan in welke mate deze twee verschillende kritieken op het representatiedenken verzoenbaar zijn. Welke zijn de overeenkomsten en verschillen tussen deze kritieken en tussen de alternatieven die beide filosofen vooropstellen? Om deze vragen te kunnen beantwoorden zag ik me genoodzaakt het strikte domein van de epistemologie of kennisleer te verlaten en me ook toe te leggen op de zijnsopvatting van beide auteurs. Beiden zijn immers van mening dat de aard van het denken wordt bepaald door de aard van datgene waarover men probeert te denken. Ook hun kunsttheorieën worden kort toegelicht teneinde na te gaan of de onmiddellijkheid en de veelvuldigheid van de artistieke betekenis, het eigenlijke denken beter zou benaderen dan dat de filosofie dat doet. Naast de meer algemeen-filosofische vraag naar de aard van het eigenlijke denken vormt dit proefschrift ook een onderzoek naar de filosofische relatie tussen twee denkers die doorgaans als zeer uiteenlopende, soms zelfs antipodische, denkers worden beschouwd.

Keywords

Listing 1 - 10 of 12 << page
of 2
>>
Sort by