Listing 1 - 10 of 12 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Peter Morrens hanteert uiteenlopende beeldtalen: hij tekent en schrijft onder verschillende namen, maakt objecten en kunstenaarspublicaties, ontwikkelt performances, schildert en ontwerpt architecturale installaties. Al deze aspecten van zijn oeuvre brengt hij samen in één grote totaalinstallatie, waarmee hij een nieuwe lading aan zijn werk geeft. Zijn artistieke productie zou je dan ook best kunnen omschrijven als ‘explosief’. Voor de tentoonstelling 'Minstens 1 ½ uur, en terug' ontwierp Morrens een vitrine in de ruimte die hij 'Lang Vertrek' noemde, dit leidde tot de publicatie van de gelijknamige leporello. In deze vitrine presenteert hij zowel oude als nieuwe creaties, wegens zijn ongeloof in chronologie en autonomie. “De blik van de toeschouwer maakt het werk immers altijd weer actueel”, aldus Morrens. Via verschillende (sluip)wegen betrekt hij de kijker bij zijn visie op de wereld: een spel van kijken en bekeken worden. De volledige publicatie is tweeledig, enerzijds is het een hertaling van de vitrine, anderzijds een uitgave van de tekst ‘Toenadering’ (of ‘De Ruimte’) van Florette Dijkstra, schrijfster en beeldend kunstenaar uit Den Haag, Nederland. Zij schreef dit verhaal naar aanleiding van de expo en de werkmethoden van Peter Morrens, voor Peter Morrens.
Choose an application
Choose an application
Nick Andrews woont en werkt in Antwerpen en Saint-Bonnet Troncais, Frankrijk. In maart 1997 had hij zijn eerste tentoonstelling in de galerie De Zwarte Panter, onder de titel ‘Let’s get Lost’. De thans aangekondigde expositie ‘Ode To Joy’ is de twaalfde in de reeks, opnieuw met uitgave van een boek en bibliofiele editie met een brief van Jeroen Olyslaegers. In de tentoonstelling ‘Ode To Joy’ gaat Nick Andrews een visuele interactie aan met de toeschouwer. Hij laat de mens zien in zijn hunkering naar vrijheid en feest. De schilderijen worden gekaderd in ontmoetingen en samenkomsten en zijn verbeeld in theatrale snapshots en selfies die eigen zijn aan deze tijdsgeest. Een parade aan personages die uit mythologische, historische en het alledaagse tot leven komen. Zoals in Andrews’ reeks van zes grote schilderijen (250 x 140cm), ontstaan gedurende de laatste twee jaar, krijg je echo’s van plastische linken die worden gelegd met Jheronimus Bosch ‘De Marskramer (De Landloper)’ (circa 1500-1510), Eduard Manet ‘Vagabond’ (1862) en Edgar Degas’ interpretatie van de flaneur rond diezelfde periode. Het beeld heeft ook het fysische aspect van het bijeen zijn in de traditie van een Jacob Jordaens’ ‘De Koning Drinkt’ (1640) en recenter nog Fred Bervoets’ ‘Ruzie in de Galerie’ (1982). Hoe verhouden wij ons tot deze beelden en onze kijk op de geportretteerde? Zoals Andrews zijn interesse in Oskar Kokoschka’s pop van Alma Mahler. Na hun liefdesbreuk liet Kokoschka deze pop naar haar gelijkenis maken, waarna hij er geobsedeerd mee pronkte. De pop maakt haar intrede in Nick Andrews’ schilderijen. Ze lijkt een metafoor om het beeld te saboteren maar geeft met haar présence een uitbundig en speels karakter aan. Zie de reeks schilderijen ‘le temps de l'insouciance’ (2019-21). De reeks werken van ‘Ode To Joy’ waaronder schilderijen op doek, gemaroufleerd papier, collages en keramiek tonen kleurrijke taferelen en impressies die zo eigen zijn aan Nick Andrews’ ‘primaire’ kleurgebruik en zijn onderbouwd door literaire en persoonlijke notities. Het zijn complexe composities ondersteund door gestuele en gedirigeerde penseelstreken die diepte weergeven alsook een ‘horror vacui’ oproepen. De nachtelijke roes wordt af en toe onderbroken door een ochtendlijke contemplatie. Het is een mijmering van komen en gaan. ‘‘‘Ode To Joy’ is een ode aan kleur, aan kunst en aan samenzijn. Het is gelijk het leven zelf…” aldus Jeroen Olyslaegers.
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Listing 1 - 10 of 12 | << page >> |
Sort by
|